ECLI:NL:GHAMS:2016:5782
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 december 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 16 november 2016 was gegeven. De verdachte, geboren in 1963 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking die hem in voorlopige hechtenis had genomen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat deze in stand kan blijven. De verdachte had verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, maar het hof oordeelde dat er sprake was van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Het hof erkende dat de financiële omstandigheden van de verdachte mogelijk een bijzondere persoonlijke omstandigheid zouden kunnen zijn, maar oordeelde dat de onderbouwing van dit verzoek onvoldoende was. Bovendien was het reclasseringsrapport nog niet afgerond, waardoor het hof deze informatie niet kon meenemen in zijn beslissing.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de beschikking afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.