ECLI:NL:GHAMS:2016:5781
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en beoordeling van alternatieve behandelingsmogelijkheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 14 november 2016, waarin een bevel tot gevangenhouding van de verdachte werd gegeven. De verdachte, geboren in 1961 en thans verblijvende in het huis van bewaring Almere Binnen, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2016, waarin het hoger beroep werd ingesteld, en heeft de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord.
Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust. Het hof is van oordeel dat het van belang is dat de reclassering grondig kijkt naar andere mogelijkheden voor behandeling van de verdachte dan in het kader van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. De advocaat-generaal heeft toegezegd bij de reclassering aan te dringen op het onderzoeken van dergelijke mogelijkheden. Indien de reclassering alternatieven ziet, kan er op dat moment worden bekeken of en op welke manier een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis kan worden gerealiseerd. Om deze reden heeft het hof op dit moment geen aanleiding gezien om de termijn van het bevel gevangenhouding te beperken.
De beslissing van het hof is om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.