ECLI:NL:GHAMS:2016:5778

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2016
Publicatiedatum
9 februari 2017
Zaaknummer
23/004045-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in hoger beroep met wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 december 2016 uitspraak gedaan over een vordering van de advocaat-generaal tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De schorsing was eerder verleend door de rechter-commissaris in de rechtbank Amsterdam op 23 februari 2016. De verdachte, geboren in 1986, was eerder veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Amsterdam op 3 november 2016 voor overtredingen van de Opiumwet en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel, wat resulteerde in een gevangenisstraf van 2 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tegen deze veroordeling had de verdachte hoger beroep ingesteld.

Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat-generaal de vordering tot opheffing van de schorsing toegelicht, stellende dat de verdachte zich niet aan de schorsingsvoorwaarden had gehouden. Echter, het hof heeft geconstateerd dat de verdachte wel hulp heeft gezocht via de organisatie ‘Vinden en Binden’. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om de schorsing van de voorlopige hechtenis voort te laten duren, maar met gewijzigde voorwaarden. De verdachte moet contact blijven houden met de reclassering en de gegeven aanwijzingen opvolgen.

De beslissing van het hof was om de vordering tot opheffing van de schorsing af te wijzen en de schorsingsbeslissing van de rechter-commissaris te wijzigen. De verdachte moet zich op 23 december 2016 melden bij de Reclassering Nederland, en zich blijven melden zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKING op een vordering van de advocaat-generaal strekkende tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis,zoals gegeven bij beschikking van de rechter-commissaris in de rechtbank Amsterdam van 23 februari 2016 in de zaak van de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres 1].

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft gezien de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis d.d. 16 december 2016. Daarnaast heeft het hof acht geslagen op de beschikking tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de rechter-commissaris in de rechtbank Amsterdam van 23 februari 2016. Tevens heeft het hof acht geslagen op het advies van de reclasseringsinstelling Novadic-Kentron van 9 december 2016.
Voorts heeft het hof kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 november 2016 in deze zaak. De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte bij dat vonnis ter zake van – kort gezegd – overtreding van de Opiumwet en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft bij de behandeling in raadkamer op 21 december 2016 gehoord de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de verdachte mr. [naam].

De beoordeling

De advocaat-generaal heeft de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis in raadkamer toegelicht en aangevoerd dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan de schorsingsvoorwaarden, zodat de schorsing van de voorlopige hechtenis dient te worden opgeheven, aldus de advocaat-generaal.
Nu de verdachte kennelijk wel via de organisatie ‘Vinden en Binden’ hulp heeft gezocht en aanvaard acht het hof termen aanwezig om met wijziging van de daaraan verbonden bijzondere voorwaarden de schorsing van de voorlopige hechtenis voort te laten duren tot aan de eerstvolgende behandeling van de strafzaak in hoger beroep. De verdachte dient onverminderd contact te houden met de reclassering en de door haar gegeven aanwijzingen op te volgen, een en ander overeenkomstig de in de beschikking van 23 februari 2016 gegeven voorwaarden.

De beslissing

Het hof:
WIJST AFde vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
WIJZIGTde schorsingsbeslissing van de rechter-commissaris in de rechtbank Amsterdam van 23 februari 2016 in die zin dat de onder 8 en 9 vermelde voorwaarden komen te vervallen en dat de onder 6 vermelde voorwaarde in die zin wordt gewijzigd dat de verdachte zich op vrijdag 23 december 2016 tussen 09.00 en 12.00 uur meldt bij de Reclassering Nederland op het adres [adres 2] en zich telkens weer zal melden zo vaak en zolang deze reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht.
Deze beschikking is gegeven op 21 december 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. van der Heide als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 21 december 2016,
de advocaat-generaal