Bewijs
Redengevende feiten en omstandigheden feiten 1, 2, en 3
In navolging van de rechtbank gaat het hof uit van de navolgende feiten en omstandigheden.
Aangifte [bedrijfsnaam 1]
(gevestigd te Badhoevedorp, hierna: [bedrijfsnaam 1]) heeft aangifte gedaan van valsheid in geschrift en oplichting door één van haar werknemers, te weten de verdachte. De aangifte heeft betrekking op de periode 2005-2007. De verdachte, in die periode woonachtig in Hoofddorp, werkte sinds 2002 bij [bedrijfsnaam 1] in Badhoevedorp. Hij kwam als Logistics Analyst bij de onderneming in dienst en was verantwoordelijk voor het regelen van transport van goederen in het bezit van [bedrijfsnaam 1] naar aangewezen internationale magazijnen van [bedrijfsnaam 1]. In februari 2007 werd hij bevorderd tot Senior Supervisor Logistics.Als werknemer van [bedrijfsnaam 1] heeft de verdachte in de periode 2005-2007 facturen van vijf ondernemingen voor akkoord getekend. Op deze facturen stonden in hoofdzaak transportdiensten vermeld. Deze facturen heeft de verdachte geaccordeerd, vervolgens ter betaling bij de administratie ingediend en deze zijn toen door [bedrijfsnaam 1] betaald.De facturen en bijbehorende vrachtbescheiden zijn als bijlage bij de aangifte gevoegd.Het gaat om de volgende vijf ondernemingen met de daarbij vermelde gefactureerde bedragen:
- [bedrijfsnaam 4] (hierna ook: [bedrijfsnaam 4]) € 664.499,80;
- [bedrijfsnaam 2] (hierna ook: [bedrijfsnaam 2]) € 198.879,04;
- [bedrijfsnaam 5] (hierna ook: [bedrijfsnaam 5]) € 60.186,64;
- [bedrijfsnaam 6] (hierna ook: [bedrijfsnaam 6]) € 18.754,40;
- [bedrijfsnaam 3] (hierna ook: [bedrijfsnaam 3]) € 15.844,85;
Totaal € 958.164,72.
De verdachte heeft van juli 2007 – september 2007 gewerkt voor [bedrijfsnaam 1] in Denemarken. In die tijd zijn facturen van [bedrijfsnaam 6] en [bedrijfsnaam 3] door [bedrijfsnaam 1] Denemarken betaald. Ter zake heeft de verdachte purchase orders laten aanmaken door een assistente en deze vervolgens zelf goedgekeurd.
In totaal zijn 94 van dergelijke facturen verwerkt in de administratie van [bedrijfsnaam 1]. [bedrijfsnaam 1] heeft een ordner met daarin 69 van deze facturen, met bijbehorende transportdocumenten, aan de Fiod overhandigd. De facturen zijn voorzien van een datum en dezelfde handtekening voor akkoord. Bij de handtekening en datum staat de naam “[naam 1]” of “[naam 2]”. Ter terechtzitting heeft de verdachte bevestigd dat hij met betrekking tot facturen die hem zijn getoond heeft verklaard dat het inderdaad zijn handtekening betrof. Volgens [bedrijfsnaam 1] behoorde het tot de taak van de verdachte dat hij tot een bepaald bedrag facturen zelf voor betaling mocht accorderen.Uit het interne onderzoek van [bedrijfsnaam 1] is gebleken dat de verdachte goedkeuring heeft verleend aan de facturen van de hiervoor genoemde vijf bedrijven, waarbij in nagenoeg alle gevallen de facturen alleen door de verdachte zijn goedgekeurd en waarbij uit notities op die facturen blijkt dat deze vijf bedrijven via de verdachte het bedrijf waren binnengekomen.
Uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, blijkt dat de gang van zaken bij het tot stand komen van de facturen een zodanig vast en algemeen patroon vertoonde dat het hof er vanuit gaat dat de aan de Fiod overhandigde en nader getoetste facturen representatief zijn voor de overige facturen. Aanwijzingen voor het tegendeel zijn niet gesteld en ook niet gebleken.
Facturen
Het volgende is bevonden aangaande de vijf in de facturen vermelde ondernemingen: [bedrijfsnaam 4], [bedrijfsnaam 2], [bedrijfsnaam 5], [bedrijfsnaam 6], en [bedrijfsnaam 3].
-De onderneming
[bedrijfsnaam 4]stond alleen in de periode 4-08-2003 tot
31-12-2005 op het bedrijfsadres [adres 2] Rotterdam ingeschreven. Volgens de belastingdienst zijn de fiscale activiteiten per 31-12-2005 beëindigd. Volgens de Kamer van Koophandel is de onderneming per 2-10-2006 opgeheven. Op naam van [bedrijfsnaam 4] V.O.F. is in de periode 6-05-2005 tot en met 25-05-2007 gefactureerd aan [bedrijfsnaam 1]. Een van de vennoten van [bedrijfsnaam 4] is [naam 3] (hierna: [naam 3])
-
[bedrijfsnaam 3] CVstond ingeschreven op het adres [adres 3] te
Capelle aan den IJssel. Het bedrijfsadres van de CV is tevens het woonadres van haar vennoot [naam 4].
-Er heeft geen bedrijf met de naam
[bedrijfsnaam 6]op het op de facturen genoemde bedrijfsadres [adres 4] te ‘s Gravenhage ingeschreven gestaan. Dit was het woonadres van de eigenaar [naam 5].
-Er heeft geen bedrijf met de naam
[bedrijfsnaam 2]op het
op de facturen genoemde bedrijfsadres [adres 5] te Rotterdam ingeschreven gestaan. Dit was het woonadres van de eigenaar, [naam 6].
-Er heeft geen bedrijf met de naam
[bedrijfsnaam 5]op het op de facturen genoemde bedrijfsadres [adres 6] te Rotterdam ingeschreven gestaan. Dit was het woonadres van de eigenaar, Ndute.
Hoewel op de in geding zijnde facturen door deze ondernemingen omzetbelasting in rekening is gebracht, blijkt uit systemen van de belastingdienst dat van deze bedrijven geen aangiftes voor de omzetbelasting zijn aangetroffen.Ten behoeve van deze bedrijven is evenmin winst aangegeven. Daarnaast geldt dat de meeste van deze bedrijven formeel maar enkele maanden hebben bestaan en de op de facturen genoemde data soms voorbij de datum van opheffing van de onderneming liggen.Voorts vertonen de door de verdachte voor akkoord ondertekende facturen en de vrachtbrieven die door de bedrijven zijn gebruikt, diverse gebreken die in het handelsverkeer ongebruikelijk zijn, zoals hieronder nader wordt toegelicht.Tenslotte is opvallend dat van deze vijf ondernemingen [bedrijfsnaam 1] telkens de enige betalende klant is geweest.
Op alle door [bedrijfsnaam 1] aan de Fiod verstrekte facturen staan transporten van goederen beschreven die zouden zijn uitgevoerd door de betreffende ondernemingen ten behoeve van [bedrijfsnaam 1]. Ten aanzien van de gebruikte facturen zijn de volgende gebreken geconstateerd, respectievelijk kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt:
- ten aanzien van alle facturen:
- onjuiste vermelding van het BTW-nummer van [bedrijfsnaam 1];
- vermelding van niet bestaande Airway Bill Numbers;
- in het bijzonder ten aanzien van [bedrijfsnaam 4] VOF:
- 35 keer de vermelding ‘urgent Sunday services’ terwijl de op de factuur vermelde data geen zondagen betroffen;
- meerdere facturen zijn opgemaakt na de opheffingsdatum van de onderneming;
- er is gebruik gemaakt van dubbele referentienummers voor [bedrijfsnaam 1];
- op de factuur van 25 mei 2007 van [bedrijfsnaam 4] staat hetzelfde referentienummer als op de factuur van een ander koeriersbedrijf, namelijk die van 16 juli 2007 van [bedrijfsnaam 6];
- Airway Bill Numbers worden aangeduid met “HWB” in plaats van “AWB”;
- in de voorgedrukte tekst op de facturen staat het eigen BTW-nummer aangeduid als BTV-nummer;
- in het bijzonder ten aanzien van [bedrijfsnaam 2]:
- als telefoonnummer van het bedrijf staat een mobiel nummer vermeld dat bestaat uit 11 cijfers in plaats van 10;
- op de factuur van [bedrijfsnaam 2], gedateerd 30 juli 2006, staat dat deze is ontvangen op 3 juli 2006 en is betaald op 24 juli 2006;
-in het bijzonder ten aanzien van [bedrijfsnaam 6]:
- in het briefhoofd wordt verwezen naar een niet bestaand webadres van dit bedrijf, namelijk [url 1];
- op de factuur van [bedrijfsnaam 6] van 16 juli 2007 en op de factuur van [bedrijfsnaam 4] van 25 mei 2007 is hetzelfde referentienummer gebruikt;
- het klantnummer dat [bedrijfsnaam 6]. voor [bedrijfsnaam 1] hanteert is op de facturen verschillend;
- op de facturen staat het Airway 8W Number aangeduid met “HWB#” in plaats van AW8”;
- op de factuur van 26-06-2007 staat niet alleen een niet bestaand Airway Bill Number vermeld, maar ook een code voor een luchtvaartmaatschappij die niet bestaat;
- op de facturen bij de postcode van het (voormalig) bedrijfsadres van [bedrijfsnaam 1] aan de
[adres 7] te Hoofddorp de letters in de postcode zijn omgewisseld, namelijk [postcode] XW in plaats van WX;
- de twee facturen die [bedrijfsnaam 6] heeft opgemaakt voor [bedrijfsnaam 1] in Denemarken zijn gericht aan Contact: [verdachte];
- in het bijzonder ten aanzien van [bedrijfsnaam 3]:
- in het briefhoofd wordt verwezen naar een niet bestaand webadres van dit bedrijf, namelijk [url 2];
- bij de postcode van het (voormalig) bedrijfsadres van [bedrijfsnaam 1] aan de [adres 7] te Hoofddorp zijn de letters in de postcode omgewisseld, namelijk [postcode] XW in plaats van WX;
- de factuur die [bedrijfsnaam 3] heeft opgemaakt voor [bedrijfsnaam 1] in Denemarken is gericht aan Contact: [verdachte];
- in de woning van [verdachte] is een blanco factuur van [bedrijfsnaam 3] aangetroffen met daarop handgeschreven aantekeningen die vermoedelijk zien op de indeling en aanpassing van de factuur. Er staan pijltjes naar boven bij de naam en adresgegevens e.d. van [bedrijfsnaam 3] CV. Wanneer deze “kladfactuur” vergeleken wordt met factuur D-O1 sub 75 van [bedrijfsnaam 3], zijn de teksten links- en rechtsboven naar boven verschoven;
- in het bijzonder ten aanzien van [bedrijfsnaam 5]:
- de eerste 6 (van in totaal 7) facturen zijn specifiek gericht aan Dhr. [verdachte];
- op de eerste 6 facturen staat de naam van [bedrijfsnaam 1] gespeld als [bedrijfsnaam 1];
- op de 7e en laatste factuur wijzigt de plaats van de adressering van rechtsboven naar linksboven, is er geen vermelding meer van de naam [verdachte] en wordt [bedrijfsnaam 1] wel juist gespeld.
Getuigen [naam 5] en [naam 4]; medeverdachte/getuige [naam 3]
Ten aanzien van de bedrijven [bedrijfsnaam 3] en [bedrijfsnaam 6] zijn [naam 4] en [naam 5] gehoord. [naam 5] dreef de eenmanszaak [bedrijfsnaam 6]. Hij heeft verklaard dat hij de hem getoonde facturen niet heeft gemaakt en dat hij geen diensten voor [bedrijfsnaam 1] heeft verricht. [bedrijfsnaam 6] liep niet en had geen klanten. De verdachte heeft toen aangeboden om te helpen. De verdachte vertelde hem dat hij een klant had gevonden en een opdracht geregeld. De getuige heeft verklaard zelf nooit een koeriersklus te hebben uitgevoerd. Tevens verklaarde de getuige dat de facturen bij hem thuis op tafel lagen, dat de verdachte [verdachte] weleens bij hem thuis kwam en dat hij daardoor de mogelijkheid had om er één mee te nemen en thuis te scannen. De getuige is verbaasd van de verbalisanten te horen dat er drie bankpassen zijn afgegeven voor [bedrijfsnaam 6]. De verdachte heeft hem uitgelegd hoe hij kon internetbankieren. Hij zal vermoedelijk hebben gezien bij het inloggen welke pincode de getuige intoetste. Hij heeft op verzoek van de verdachte een stuk voor de ABN bank getekend. Toen de getuige op bankafschriften zag dat er veel betalingsverkeer over de rekening ging en hij ook bijschrijvingen zag, heeft hij de verdachte hiernaar gevraagd. De verdachte vertelde hem dat dit te maken had met de opdracht die hij geregeld had voor [bedrijfsnaam 6] en dat getuige niet aan dat geld mocht komen.
[naam 4], vennoot van [bedrijfsnaam 3], heeft nooit facturen van deze onderneming gezien. Hij heeft deze ook nooit gemaakt. Hij had met een zekere [naam 7] afgesproken dat deze de facturen zou opmaken. Getuige is een foto van de verdachte getoond en hij herkent de man op deze foto als [naam 7].[naam 4] had de onderneming in 2007 op verzoek van de verdachte, die bij [bedrijfsnaam 1] werkte, opgericht. De verdachte vertelde hem dat [bedrijfsnaam 1] transporten wilde uitvoeren in Afrika en dat gerenommeerde bedrijven dat niet konden doen. De verdachte [verdachte] zou alles regelen en [naam 4] hoefde alleen voor de administratie te zorgen. Op verzoek van de verdachte heeft de getuige briefpapier laten maken van [bedrijfsnaam 3]. Hij heeft een gedeelte daarvan naar [naam 7] gebracht. Zelf heeft hij dit papier nooit gebruikt. [naam 4] heeft eveneens op verzoek van de verdachte een bankrekening geopend. Bij de opening van de bankrekening heeft [naam 4] bankpassen aangevraagd, waarvan hij er één aan de verdachte [verdachte] heeft gegeven. De getuige heeft nooit gebruik gemaakt van de bankrekening of de pinpas. Als er bancaire transacties zijn geweest moet de verdachte deze volgens de getuige hebben verricht. [naam 4] zou 10% van de winst van de verdachte krijgen. [naam 4] mocht van de verdachte geen contact opnemen met [bedrijfsnaam 1] omdat [bedrijfsnaam 1] niet mocht weten dat de verdachte bemoeienis had met [bedrijfsnaam 3]. De getuige [getuige 1] van [bedrijfsnaam 1] heeft – gevraagd om een reactie op het verhaal dat [bedrijfsnaam 1] via [bedrijfsnaam 3] transporten in Afrika zou willen verrichten, onder meer verklaard: “Wat een onzin is dit”.
[naam 3] (hierna ook: [naam 3]), vennoot van [bedrijfsnaam 4], is als verdachte en getuige gehoord. Hij kent de verdachte. Hij weet niets van de aan hem getoonde facturen en transporten van [bedrijfsnaam 4] voor [bedrijfsnaam 1]. Zijn vennoot [naam 8] had hem wel verteld dat er een contract met de verdachte was gesloten en dat ze transporten zouden verrichten. Over transacties via internetbankieren kan hij niets vertellen. In de woning van de verdachte is een deel van een brief van de ING aan [naam 3] aangetroffen. Daarop stond de gebruikersnaam voor het inloggen op internetbankieren.
Huiszoeking
De verdachte is samen met zijn echtgenote [naam 9] woonachtig te Hoofddorp op het adres [adres 8].
In deze woning van de verdachte zijn verschillende documenten aangetroffen (waaronder documenten op een aldaar aangetroffen USB-stick) die betrekking hebben op:
- [bedrijfsnaam 7] (o.a. kladkasadministratie);
- [bedrijfsnaam 3];
- Diverse onroerende zaken in Congo;
- [bedrijfsnaam 1] BV;
- [bedrijfsnaam 4]
- [bedrijfsnaam 8];
- Briefpapier met het logo [bedrijfsnaam 9];
- Agenda’s en adressenboekjes.
Tevens is in de woning een zwarte map in beslag genomen met daarin diverse administratie die betrekking heeft op [bedrijfsnaam 3] en [bedrijfsnaam 4].De volgende bescheiden zijn aangetroffen:
- een afschrift van een koop- en verkoopovereenkomst betreffende [bedrijfsnaam 10]., waarin staat dat [naam 4] 100% van de aandelen zal kopen;
- een afschrift van een uittreksel uit het handelsregister van de K.v.K. Rotterdam dat betrekking heeft op [bedrijfsnaam 3] CV;
- een afschrift van het openen van een MKB Privé Pakket bij de Fortis bank op naam van [bedrijfsnaam 3], de heer [naam 4];
- een kladblok met hierop handgeschreven: [naam 4] [adres 9], Capelle a/d IJssel tel.: [telefoonnummer 1];
- een soort blanco factuur van [bedrijfsnaam 3] CV met handgeschreven aantekeningen die vermoedelijk zien op de indeling en aanpassing van de factuur. Er staan pijltjes naar boven bij de naam- en adresgegevens e.d. van [bedrijfsnaam 3] CV;
- een setje van aan elkaar geniete documenten van de Fortis-bank van klantnummer [klantnummer]: [naam 4]. De documenten hebben betrekking op internationaal bankieren en een overeenkomst (ont)koppelen beschikkingsbevoegde;
- drie aan elkaar geniete afschriften van de Fortis-bank die betrekking hebben op een voordeel betaalpakket met rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [naam 4] en een MKE pakket rekening [rekeningnummer 2] op naam van [bedrijfsnaam 3], beide op het adres: [adres 9] Capelle a/d IJssel. Op deze documenten staat o.a. vermeld dat de Pincode voor de pas met nummer [pasnummer] naar het huisadres is verzonden. Eén document is een kopie van een afschrift met daaronder de mededeling Pincode, waarop handgeschreven staat dat de Pincode is: [pincode] bij Europas [pasnummer] met [rekeningnummer 2] als laatste drie cijfers van het bankrekeningnummer;
- een kladblaadje met diverse aantekeningen o.a. over [bedrijfsnaam 3] en [bedrijfsnaam 11]. Tevens staan e-mail adressen als [e-mail adres] vermeld;
- een afgescheurd deel van een brief van de ING bank gericht aan [naam 3]. In de brief staat de gebruikersnaam vermeld voor het inloggen op Mijn Postbank.nl.
Op de in de woning van [verdachte] gevonden USB-stick zijn manifesten op naam van [bedrijfsnaam 4] en facturen op naam van [bedrijfsnaam 2] aangetroffen, gericht aan [bedrijfsnaam 1].Deze files zijn telkens vervaardigd onder de naam [verdachte]. De 37 manifesten en 8 facturen gericht aan [bedrijfsnaam 1] die op de USB-stick zijn aangetroffen, zijn vergeleken met de als verdacht aangemerkte facturen met aangehechte vrachtbescheiden die [bedrijfsnaam 1] bij haar aangifte heeft overhandigd.Deze manifesten en facturen zijn
identiekaan de documenten die [bedrijfsnaam 1] heeft overhandigd.
Tevens is bij de doorzoeking van de woning een visitekaartje van [bedrijfsnaam 4] aangetroffen, met een paperclip bevestigd aan een uitgeprinte zakelijke mail gericht aan het mailadres van de verdachte bij [bedrijfsnaam 1].
In het adressenboekje van de verdachte staat de naam [naam 3] met een woonadres en telefoonnummer vermeld.Tevens staat in hetzelfde boekje op de volgende bladzijde de naam [naam 3] met tussen haakjes (Noro)winkel, [adres 10] R’dam plus telefoonnummers en e-mailadres. Het adres was het bedrijfsadres van [bedrijfsnaam 4]. In de telefoon van de verdachte staat een telefoonnummer met de naam [naam 3] vermeld.
Bij de doorzoeking is een agenda aangetroffen die vermoedelijk van de verdachte is. In deze agenda staat bij adressen de naam Jean [naam 6] met een telefoonnummer ([telefoonnummer 2]) en daarachter Rotterdam.
Aantreffen codes
In het bij de doorzoeking aangetroffen adressenboekje staan de volgende afkortingen geschreven:
38 [bedrijfsnaam 4] 67WL 06JK 32GL [naam 11]
12 [bedrijfsnaam 13] [bedrijfsnaam 8] 49 privé 05 memorystick [naam 12]
Op een klein in vieren gevouwen briefje in het bij de doorzoeking aangetroffen adressenboekje staat , onder andere, vermeld: : 1e kwadrant (rechtsboven): 6719 (doorgehaald), [bedrijfsnaam 2], [bedrijfsnaam 6] 0610, BIAC 6719, [bedrijfsnaam 3] [pincode], 2e kwadrant (rechtsonder): 2312 [bedrijfsnaam 13], 7785 [naam 11], 3e kwadrant (linksonder): 5963 Direct T (doorgehaald), 4e kwadrant (linksboven): onder andere 3873 [bedrijfsnaam 4]..
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat dit briefje altijd in zijn portemonnee zat.