10. Verweerder stelt zich wat betreft de proceskosten voor het beroep op het standpunt dat voor een veroordeling dienaangaande geen reden bestaat omdat eiser dan wel de gemachtigde de beroepsprocedure had kunnen voorkomen. Verweerder voert in dat verband aan dat:
- hij op 13 september 2013 van de gemachtigde een email (met als bijlage een taxatierapport) heeft ontvangen waarin wordt verwezen naar een eerder ingediend bezwaarschrift;
- hij de gemachtigde naar aanleiding daarvan bij email van 6 december 2013 en vervolgens bij brieven van 13 en 23 december 2013 en 4 februari 2014 onder meer heeft verzocht om een kopie van dat ingediende bezwaarschrift en verzendbevestiging, aan de hand waarvan de eerdere tijdige indiening blijkt;
- hij de gemachtigde bij de brief van 4 februari 2014 nog een termijn van vijf dagen heeft verleend om de verzochte gegevens te overleggen en hij daarbij de gemachtigde heeft gewezen op de eventuele sanctie: niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar;
- hij met de gemachtigde over deze kwestie meerdere malen telefonisch contact heeft gehad;
- hij de verzochte gegevens niet voor afloop van de laatst gestelde termijn heeft ontvangen;
- hij vervolgens bij de uitspraak op bezwaar van 20 februari 2014 het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard;
- hij pas eerst (nadat tegen die uitspraak beroep was ingesteld) op 16 mei 2014 als bijlage behorende bij het door de rechtbank doorgestuurde beroepschrift van eiser de kopie van het gefaxte bezwaarschrift, de ontvangstbevestiging en een verzendspecificatie heeft ontvangen, waaruit hem is gebleken dat het bezwaar tijdig is ingediend.