ECLI:NL:GHAMS:2016:5299

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2016
Publicatiedatum
13 december 2016
Zaaknummer
23-002274-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van geweldsdelicten aan boord van een vliegtuig

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1968, was aangeklaagd voor verschillende geweldsdelicten die hij zou hebben gepleegd aan boord van een passagiersvliegtuig tijdens een vlucht van Aruba naar Schiphol op 22 december 2015. De tenlastelegging omvatte onder andere het zich agressief opstellen tegenover leden van het cabinepersoneel en passagiers, het duwen van een bemanningslid, en het niet opvolgen van aanwijzingen van de gezagvoerder.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 november 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vier weken gevangenisstraf eiste. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de veiligheid van het luchtvaartuig of de passagiers in gevaar heeft gebracht. De verklaringen van het cabinepersoneel waren onvoldoende om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk een gevaar heeft gevormd. Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel het gedrag van de verdachte laakbaar was, er geen bewijs was dat zijn acties de veiligheid van het vliegtuig in gevaar hebben gebracht.

Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de voorzitter niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-002274-16
datum uitspraak: 13 december 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 juni 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-083736-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 november 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 22 december 2015 aan boord van een luchtvaartuig, te weten een passagierstoestel van [bedrijfsnaam] met vluchtnummer [vluchtnummer], tijdens een vlucht van Aruba naar Schiphol, en/of in het luchtruim boven Nederland, opzettelijk een of meer da(a)d(en) van geweld heeft begaan tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer andere leden van het cabinepersoneel en/of tegen een of meer passagiers, immers heeft hij, verdachte, toen en daar, meermalen, althans eenmaal,
- zich (verbaal) agressief opgesteld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer andere leden van het cabinepersoneel en/of passagiers aan boord en/of
- ( met kracht) tegen die [slachtoffer 1] geduwd en/of
- zich verzet toen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen hem, verdachte, onder controle probeerden te brengen en/of te houden en/of
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Woon jij in Amsterdam? Dan zal ik je kennis laten maken met vrienden van me", althans woorden van gelijke dreigende aard, en/of
- zich dreigend en/of gewelddadig en/of agressief gedragen,
waardoor gevaar voor de veiligheid van voornoemd luchtvaartuig te duchten is geweest immers heeft hij, verdachte, de veiligheid van voornoemd luchtvaartuig en/of de passagiersveiligheid in gevaar gebracht door het niet opvolgen van de aanwijzingen en/of instructies van de gezagvoerder en/of het cabinepersoneel en/of door voornoemde handelingen, waarbij het cabinepersoneel gedurende langere tijd zich bezig moest houden met verdachte (aanwijzingen geven en/of trachten te kalmeren en/of het in bedwang laten houden), waardoor het cabinepersoneel zich niet (volledig) kon richten op de normale werkzaamheden en/of de werkzaamheden in het kader van de vliegveiligheid aan boord van voornoemd luchtvaartuig;
subsidiair:
hij op of omstreeks 22 december 2015 aan boord van een luchtvaartuig, te weten een passagierstoestel van [bedrijfsnaam] met vluchtnummer [vluchtnummer], tijdens een vlucht van Aruba naar Schiphol, en/of in het luchtruim boven Nederland, meermalen, althans eenmaal, tijdens die vlucht de door en/of namens de gezagvoerder gegeven aanwijzingen niet heeft opgevolgd, immers is hij, verdachte, toen en daar meermalen, althans eenmaal,
- niet (telkens) gaan en/of blijven zitten, terwijl hem de aanwijzing gegeven was te gaan en/of blijven zitten, en/of
- niet aanstonds gestopt met schreeuwen, terwijl hem de aanwijzing gegevens was te stoppen met schreeuwen, en/of
- niet rustig gebleven, terwijl hem de aanwijzing gegeven was zich rustig te houden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot vier weken gevangenisstraf.

Vrijspraak

Primair tenlastegelegde
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair is ten laste gelegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat de verdachte op 22 december 2015 tijdens een vlucht van Aruba naar Amsterdam vanaf 01.00 uur ‘duidelijk aanwezig’ was en zich rond 02.30 uur (verbaal) agressief heeft gedragen en een bemanningslid heeft geduwd. Hierop is hij geboeid en op de achterste rij geplaatst, waarna hij dreigende taal uitte en vervolgens na enkele minuten rustig werd, waarop de handboeien zijn afgedaan. Het vliegtuig is om 11.45 uur gearriveerd op de luchthaven Schiphol.
Het hof is van oordeel dat, hoewel dergelijk gedrag zeer laakbaar is te noemen, op basis van het voorgaande zonder meer niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de veiligheid van het luchtvaartuig of de passagiersveiligheid in gevaar heeft gebracht zoals bedoeld in artikel 385b van het Wetboek van Strafrecht. Immers, op grond van de inhoud van het dossier is onvoldoende komen vast te staan dat het cabinepersoneel door het gedrag van de verdachte zodanig in zijn werkzaamheden werd gehinderd, dat daardoor gevaar te duchten is geweest voor de veiligheid van het luchtvaartuig. Met name is onduidelijk gebleven voor welke duur de in de tenlastelegging genoemde personeelsleden gehinderd zijn geweest in de uitoefening van hun werkzaamheden. Dat drie bemanningsleden zich gedurende negen (naar moet worden aangenomen:) uren met het incident hebben bezig gehouden, zoals in de aangifte is vermeld, vindt onvoldoende steun in de door het cabinepersoneel afgelegde verklaringen. Gelet hierop moet de verdachte van het primair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Subsidiair tenlastegelegde
Op basis van de inhoud van het dossier kan evenmin worden vastgesteld dat aan de verdachte door of namens de gezagvoerder aanwijzingen zijn gegeven, die hij vervolgens niet zou hebben opgevolgd.
De verdachte moet hierom ook van het subsidiair tenlastegelegde worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. C.N. Dalebout en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 december 2016.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.