ECLI:NL:GHAMS:2016:5102
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens teelt en bezit van hennep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1985, werd beschuldigd van het opzettelijk telen en aanwezig hebben van hennepplanten in de periode van 1 april 2011 tot en met 7 juni 2011 te Purmerend. De tenlastelegging omvatte het telen van ongeveer 411 hennepplanten en het verstrekken van middelen en inlichtingen voor het knippen van henneptoppen. Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 3 december 2014, 30 oktober 2015 en 11 november 2016, heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn die belastend zouden kunnen zijn voor de verdachte, maar deze zijn niet van voldoende gewicht om tot een bewezenverklaring te komen. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, die bestond uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 november 2016.