ECLI:NL:GHAMS:2016:5019

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
R 001432-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om hogere schadevergoeding op grond van billijkheid na ondergane verzekering in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 april 2016 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van de verzoeker, die schadevergoeding vroeg van de Staat wegens geleden schade door ondergane verzekering in een strafzaak. De verzoeker, geboren in 1966, had drie dagen in verzekering doorgebracht en vroeg een vergoeding van € 900,00. Tijdens de behandeling in raadkamer op 9 maart 2016 heeft de advocaat van de verzoeker betoogd dat de schadevergoeding voor vergoeding in aanmerking komt, maar dat de duur van de verzekering in werkelijkheid twee dagen was. De advocaat-generaal concludeerde tot gedeeltelijke toewijzing van de vergoeding voor twee dagen, maar het hof oordeelde dat de forfaitaire bedragen niet recht deden aan de geleden schade.

Het hof overwoog dat de verzoeker in verzekering was gesteld op verdenking van ernstige feiten, namelijk ontuchtige handelingen met minderjarigen. Dit had een ingrijpende impact op zijn leven, vooral omdat hij in een kleine gemeenschap woonde. Gezien de bijzondere omstandigheden en de nadelige gevolgen voor de verzoeker, besloot het hof om een vergoeding van € 400,00 toe te kennen voor de twee dagen in verzekering. Het hof wees het overige verzoek af als bovenmatig. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en de griffier en is op 6 april 2016 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 001432-15 / (89 Sv)
Parketnummer in hoger beroep: 23/002451-14
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1966,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat mr. [naam],
[adres].

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ten laste van de Staat, ter zake van schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering in de strafzaak met voormeld parketnummer, welke schade als volgt is gespecificeerd:
- 3 dagen verblijf op het politiebureau (ad € 300,00 per dag) € 900,00
Totaal € 900,00

2.Procesverloop

Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer, van het onderhavige verzoekschrift alsmede van het standpunt van de advocaat-generaal betreffende dit verzoek.
Het hof heeft op 9 maart 2016 de advocaat-generaal, verzoeker en diens advocaat ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord.
De advocaat van verzoeker heeft in raadkamer aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities betoogd dat de verzochte schadevergoeding voor vergoeding in aanmerking komt, met dien verstande dat verzoeker 2 dagen in plaats van 3 dagen verzekering heeft ondergaan, zodat de vergoeding dienovereenkomstig naar beneden zou moeten worden aangepast.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van het verzochte, namelijk ter hoogte van de forfaitaire vergoeding voor 2 dagen ondergane verzekering en tot afwijzing van het anders of meer verzochte.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Verzoeker is op 15 april 2013 in verzekering gesteld op verdenking van – kort gezegd – overtreding van artikel 249, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht. Verzoeker is op 17 april 2013 in vrijheid gesteld.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het arrest in die strafzaak is inmiddels onherroepelijk geworden.
Ten aanzien van de door verzoeker verzochte vergoeding van € 300,00 per dag overweegt het hof dat de forfaitaire bedragen voor ondergane verzekering in dit geval geen recht doen aan de door verzoeker geleden schade. Verzoeker heeft de inverzekeringstelling ondergaan op verdenking van bijzonder ernstige feiten, te weten ontuchtige handelingen met personen beneden de zestien jaar. Het hof acht het mede gelet op hetgeen namens verzoeker in raadkamer is aangevoerd aannemelijk dat zulks voor verzoeker bijzonder ingrijpend is geweest en een nadelige kentering in zijn leven teweeg heeft gebracht. Dit geldt met name nu verzoeker woonachtig was in een zeer kleine gemeenschap.
Gelet op de zeer bijzondere omstandigheden en nadelige gevolgen voor verzoeker van de ondergane verzekering acht het hof gronden van billijkheid aanwezig tot toekenning van een vergoeding ter zake van de door verzoeker ondergane 2 dagen verzekering tot een bedrag van € 400,00. Hetgeen daarboven door verzoeker is gevraagd zal het hof als bovenmatig afwijzen.

4.Beslissing

Het hof:
Kent ten laste van de Staat aan verzoeker een vergoeding toe van
€ 400,00(vierhonderd euro).
Wijst af het anders of meer verzochte.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. M.J.G.B. Heutink, J.L. Bruinsma en M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 6 april 2016.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking voor een bedrag van € 400,00 (vierhonderd euro), te betalen ten laste van de Staat aan verzoeker voornoemd door overmaking van bovenstaand bedrag op bankrekeningnummer [......]
Amsterdam, 6 april 2016.
Mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter.