ECLI:NL:GHAMS:2016:4966

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2016
Publicatiedatum
24 november 2016
Zaaknummer
R 000724-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan belang in verzoek om schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 april 2016 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2014. Het verzoekschrift was ingediend door de verzoeker, die schadevergoeding vroeg van de Staat voor schade die hij zou hebben geleden als gevolg van een ondergane verzekering in een strafzaak. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.J. Stronks, had een schadevergoeding van € 105,00 gevraagd voor één dag verblijf op het politiebureau.

De rechtbank had de verzoeker echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Het hof heeft de verzoeker en zijn advocaat opgeroepen om op 16 maart 2016 in raadkamer te verschijnen, maar beiden zijn niet verschenen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beschikking van de rechtbank, omdat het verzoekschrift niet tijdig was ingediend.

Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat, aangezien de verzoeker en zijn advocaat niet zijn verschenen en er geen bezwaren zijn aangevoerd tegen de beschikking van de rechtbank, er geen belang is bij een beoordeling in hoger beroep. Daarom heeft het hof de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 000724-14 / (HB 89 Sv)
Beschikking op het hoger beroep tegen de beschikking van de raadkamer van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2014 op het verzoekschrift op de voet van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedag] 1981,
in deze zaak domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat mr. P.J. Stronks,
Amstelveenseweg 54-56 bg, 1075 XH Amsterdam.

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ten laste van de Staat, ter zake van schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering in de strafzaak met voormeld parketnummer, welke schade als volgt is gespecificeerd:
- 1 dag verblijf op politiebureau (ad € 105,00 per dag)
€ 105,00
Totaal € 105,00

2.Procesverloop

De rechtbank Amsterdam heeft bij beschikking van 7 februari 2014 verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in het onderhavige verzoek.
Het hoger beroep is ingesteld namens verzoeker (hierna appellant).
Het hof heeft appellant en de advocaat ter behandeling van het hoger beroep opgeroepen om op 16 maart 2016 in raadkamer te verschijnen. Bij brief van 14 maart 2016 van de advocaat is te kennen gegeven dat appellant en de advocaat niet zullen verschijnen.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beschikking waarvan beroep, nu het onderliggende verzoekschrift niet tijdig is ingediend.

3.Beoordeling van het verzoek

Namens appellant is hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank van 7 februari 2014. Nu appellant en zijn advocaat ter gelegenheid van de behandeling van het hoger beroep in raadkamer bij het hof op 16 maart 2016 niet zijn verschenen, schriftelijk geen bezwaren tegen de bestreden beschikking zijn aangevoerd en ook anderszins niet is gebleken van enig belang bij een beoordeling in hoger beroep van de bestreden beschikking, is het hof van oordeel dat appellant niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
Verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. J.L. Bruinsma, M.J.G.B. Heutink en E.H.M. Druijf, in tegenwoordigheid van mr. D. Lutje Wagelaar als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 6 april 2016.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.