Uitspraak
1.Inhoud van het verzoek
€ 105,00
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 april 2016 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2014. Het verzoekschrift was ingediend door de verzoeker, die schadevergoeding vroeg van de Staat voor schade die hij zou hebben geleden als gevolg van een ondergane verzekering in een strafzaak. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.J. Stronks, had een schadevergoeding van € 105,00 gevraagd voor één dag verblijf op het politiebureau.
De rechtbank had de verzoeker echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Het hof heeft de verzoeker en zijn advocaat opgeroepen om op 16 maart 2016 in raadkamer te verschijnen, maar beiden zijn niet verschenen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beschikking van de rechtbank, omdat het verzoekschrift niet tijdig was ingediend.
Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat, aangezien de verzoeker en zijn advocaat niet zijn verschenen en er geen bezwaren zijn aangevoerd tegen de beschikking van de rechtbank, er geen belang is bij een beoordeling in hoger beroep. Daarom heeft het hof de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.