ECLI:NL:GHAMS:2016:4782

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 maart 2016
Publicatiedatum
22 november 2016
Zaaknummer
15/800506-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis onder strikte voorwaarden na eerdere schorsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 maart 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1990 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 17 februari 2016, die de verlenging van zijn gevangenhouding betrof. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. van Vliet, gehoord.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank, voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was, bevestigd. De beslissing om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen werd mede gebaseerd op de justitiële documentatie van de verdachte, waaronder een onherroepelijke veroordeling van 7 november 2014. Ondanks het negatieve verloop van een eerdere schorsing, heeft het hof besloten de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen, rekening houdend met de gezondheidstoestand van de moeder van de verdachte.

De schorsing van de voorlopige hechtenis is onder strikte voorwaarden opgelegd, waaronder de verplichting om zich te melden bij de reclassering en het politiebureau. De schorsing gaat in op 10 maart 2016 en duurt tot de volgende behandeling van de zaak op 14 april 2016. Het hof heeft de advocaat-generaal opgedragen de beschikking ter kennis van de verdachte te brengen.

Uitspraak

15/800506-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
verblijfadres: [adres 1],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 17 februari 2016, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 18 februari 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. W. van Vliet.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - en de gronden waarop deze berust.
Gelet op de justitiële documentatie van de verdachte, en dan met name de onherroepelijke veroordeling bij vonnis van 7 november 2014 van de rechtbank Noord-Holland, legt het hof de zogenaamde kleine recidivegrond mede ten grondslag aan het bevel tot gevangenhouding van de verdachte.
Hoewel het verloop van de eerdere schorsing voldoende aanleiding geeft om het schorsingsverzoek af te wijzen, zal het hof, gelet op de gezondheidstoestand van de moeder van de verdachte de voorlopige hechtenis van de verdachte opnieuw schorsen, onder strikte voorwaarden.

15.800506-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van 10 maart 2016 om 12:00 uur tot aan de eerstvolgende behandeling van zijn zaak op 14 april 2016, welke beslissing afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Deze beschikking is gegeven op 9 maart 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.J.G.B. Heutink en M.F.J.M. de Werd, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 9 maart 2016,
de advocaat-generaal
15/800506-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
SCHORSINGSBESCHIKKING
Het hof heeft bij beschikking van heden in de zaak van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
verblijfadres: te [adres 1],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
het beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van
17 februari 2016, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding, afgewezen en het mondelinge verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toegewezen.

De beoordeling

Het hof acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen onder de navolgende voorwaarden.

De beslissing

Het hof:
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van 10 maart 2016 om 12:00 uur tot aan de eerstvolgende behandeling van zijn zaak op 14 april 2016,
zulks onder de voorwaarden dat de verdachte:
1. indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken;
2. ingeval hij wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
3. bij iedere oproeping vanwege een justitiële instantie in persoon zal verschijnen;
4. zich niet zal schuldig maken aan strafbare feiten;
5. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
6. elke adreswijziging schriftelijk door zal geven aan de officier van justitie te Noord-Holland, onder vermelding van 15/800506-15;
7. zich op vrijdag 11 maart 2016 om 10:00 uur meldt bij de reclassering op de [adres 2]. Hierna is de verdachte verplicht zich te blijven melden zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
8. zich op iedere maandag, woensdag en vrijdag voor 12:00 uur meldt op het politiebureau te Hoorn [adres 3]);
9. zich onder toezicht stelt en blijft stellen van de reclassering.
Deze beschikking is gegeven op 9 maart 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.J.G.B. Heutink en M.F.J.M. de Werd, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 9 maart 2016,
de advocaat-generaal