ECLI:NL:GHAMS:2016:4562

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 januari 2016
Publicatiedatum
17 november 2016
Zaaknummer
15/872105-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de voorlopige hechtenis en advies over plaatsing in een Jeugdzorginstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 januari 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Polen en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 9 december 2015 een bevel tot zijn gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de rapportage van de reclassering van 22 november 2015, waarin werd geadviseerd tot plaatsing van de verdachte in een Jeugdzorginstelling (JJI).

De raadsman van de verdachte heeft in raadkamer aangevoerd dat, indien de voorlopige hechtenis wordt bevolen, deze tenuitvoergelegd zou moeten worden in JJI Teylingereind of een andere JJI. Het hof heeft de argumenten van de raadsman overwogen en is van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis in een JJI de voorkeur verdient, gezien de voorgeschiedenis van de verdachte en de eerder opgelegde voorwaardelijke PIJ-maatregel.

Echter, het hof is niet belast met het bepalen van de (plaats van) tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis en kan deze beslissing niet nemen. Het hof adviseert het Openbaar Ministerie om de (over)plaatsing van de verdachte naar een JJI te heroverwegen. Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, met het advies over de plaatsing in een JJI.

Uitspraak

15/872105-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1997,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem van 9 december 2015, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem van 11 december 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
De raadsman heeft in raadkamer aangevoerd dat de reden van het hoger beroep met name is gelegen in het feit dat als de voorlopige hechtenis wordt bevolen die tenuitvoergelegd zou moeten worden in JJI Teylingereind, dan wel in een andere JJI.
Gelet op de rapportage van de reclassering van 22 november 2015 waarin wordt geadviseerd tot plaatsing in een JJI en de voorgeschiedenis van de verdachte waaronder de bij vonnis van
24 maart 2015 opgelegde voorwaardelijk PIJ maatregel, is ook het hof van oordeel dat een tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis in een JJI verregaand de voorkeur verdient.
Nu het hof niet belast is met het bepalen van de (plaats van) tenuitvoerlegging kan het hof deze beslissing niet nemen.
Het hof adviseert het Openbaar Ministerie echter (over)plaatsing van de verdachte naar een JJI en de beslissing dit niet te doen te heroverwegen.

15.872105-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, met advies als hiervoor omschreven ten aanzien van de plaatsing in een JJI.
Deze beschikking is gegeven op 13 januari 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 13 januari 2016,
de advocaat-generaal