Uitspraak
1.Inhoud van het verzoek
- 2 dagen verblijf op het politiebureau (ad € 105,00 per dag) € 210,00
- 14 dagen verblijf in het huis van bewaring (ad € 80,00 per dag) € 1.120,00
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschrift op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Verzoeker, geboren in 1983, had een schadevergoeding aangevraagd van de Staat voor de schade die hij zou hebben geleden door zijn voorlopige hechtenis in een strafzaak met parketnummer 23/004975-14. De schade was gespecificeerd als € 210,00 voor 2 dagen verblijf op het politiebureau en € 1.120,00 voor 14 dagen in het huis van bewaring, wat een totaal van € 1.330,00 opleverde.
Het hof heeft kennisgenomen van de stukken en het standpunt van de advocaat-generaal. Tijdens de openbare behandeling van het verzoek in raadkamer op 14 oktober 2016 was verzoeker niet verschenen, maar zijn advocaat, mr. M.I. Bloch, heeft het verzoek toegelicht. De advocaat-generaal heeft geadviseerd om het verzoek af te wijzen. Het hof heeft vervolgens beoordeeld of er gronden van billijkheid aanwezig waren voor het toekennen van de schadevergoeding.
Verzoeker was op 24 augustus 2014 in verzekering gesteld op verdenking van diefstal met geweld en is op 9 september 2014 in vrijheid gesteld. De strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof oordeelde dat de voorlopige hechtenis van verzoeker het gevolg was van zijn eigen handelen, namelijk een illegale transactie met XTC-pillen of nepdope. Gezien deze omstandigheden oordeelde het hof dat de nadelige gevolgen van de voorlopige hechtenis voor rekening van verzoeker moesten blijven. Het verzoek om schadevergoeding werd dan ook afgewezen.