ECLI:NL:GHAMS:2016:4371
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- J.L. Bruinsma
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schorsingsverzoek voorlopige hechtenis van verdachte met medische klachten
Op 26 oktober 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam in raadkamer een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen. De verdachte, geboren in 1987 in de voormalige Sovjet-Unie en thans gedetineerd in PI Ter Apel, had op 7 oktober 2016 een verzoekschrift ingediend, dat op 11 oktober 2016 bij het hof is ontvangen. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de verdachte, die lijdt aan Hepatitis C, niet medisch behandeld wordt in de penitentiaire inrichting. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) op 27 september 2016 had geoordeeld dat de inrichtingsarts in strijd met de norm had gehandeld en dat de persoonlijke belangen van de verdachte nu zouden moeten prevaleren.
Tijdens de behandeling in raadkamer is gebleken dat er een afspraak was gemaakt met een specialist voor de behandeling van de ziekte van de verdachte, maar dat deze afspraak niet kon doorgaan omdat de verdachte een zitting wilde bijwonen. Het hof oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de inrichtingsarts de aanwijzing van de RSJ niet zou opvolgen. Het hof merkte op dat de verdachte opnieuw gebruik kan maken van de mogelijkheden die het penitentiair recht biedt, mocht de afspraak met de specialist uitblijven. Bovendien was de stelling van de verdachte dat hij in Rusland behandeld zou kunnen worden, niet onderbouwd en was er geen medische noodzaak voor een acute behandeling die niet via de penitentiaire inrichting kon worden verzorgd.
Uiteindelijk heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, waarbij de beschikking op 26 oktober 2016 is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.