ECLI:NL:GHAMS:2016:4366

• Datum uitspraak: 26 oktober 2016
• Publicatiedatum: 8 november 2016
• Zaaknummer: 15/810265-16
• Instantie: Gerechtshof Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Raadkamer
• Rechters: M.J.G.B. Heutink; J.L. Bruinsma; N.N. Kirkels-Vrijman
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Bevel tot gevangenhouding en verzoek tot beperking van de duur

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in Ghana, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte was in detentie in het huis van bewaring Zwaag en had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, die op 5 oktober 2016 een bevel tot zijn gevangenhouding had gegeven. De advocaat van de verdachte, mr. M.M.K. Slaghekke, verzocht in raadkamer om de duur van het bevel gevangenhouding te beperken tot 45 dagen. Dit verzoek was bedoeld om druk uit te oefenen op de reclassering om sneller een tussentijdse rapportage op te stellen. Het hof heeft echter vastgesteld dat de tussentijdse rapportage afhankelijk was van een nog uit te brengen psychologisch rapport, dat nog niet gereed was. Het hof oordeelde dat zolang dit rapport niet beschikbaar was, er geen zinvolle reclasseringsrapportage kon worden opgesteld. Bovendien was het hof van mening dat er geen aanleiding was om de duur van het bevel gevangenhouding te verkorten, omdat niet aannemelijk was dat dit zou leiden tot een snellere rapportage door de reclassering. Het hof heeft daarom het beroep van de verdachte tegen de bestreden beschikking afgewezen, voor zover dit aan het oordeel van het hof was onderworpen.

Uitspraak

15/810265-16

GERECHTSHOF AMSTERDAM,

MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER

BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Ghana) op [geboortedag] 1990,

verblijfadres volgens eigen opgave: [adres],

thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,

tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 5 oktober 2016, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 7 oktober 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.

Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door mr. M.M.K. Slaghekke, namens mr. P.A.J. van Putten.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.

De raadsvrouw heeft in raadkamer verzocht de duur van het bevel gevangenhouding te beperken tot een termijn van 45 dagen om zodoende druk te zetten op de reclassering om te komen tot het uitbrengen van een tussentijdse reclasseringsrapportage. Het hof stelt vast dat die tussentijdse rapportage afhankelijk is van een nog uit te brengen psychologische rapportage. Dat laatste is in gang gezet, maar dit rapport is nog niet klaar. Zolang dat niet het geval is, kan geen zinvolle reclasseringsrapportage worden opgesteld. Los daarvan ziet het hof geen aanleiding de duur van het bevel gevangenhouding te beperken, nu niet aannemelijk is dat het door de raadsvrouw beoogde doel (sneller te rapporteren) hiermee wordt bereikt.

15/810265-16

De beslissing

Het hof:

WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

Deze beschikking is gegeven op 26 oktober 2016 in raadkamer van dit hof door

mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,

mrs. J.L. Bruinsma en N.N. Kirkels- Vrijman, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.

De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.

Amsterdam, 26 oktober 2016,

de advocaat-generaal