ECLI:NL:GHAMS:2016:4364
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- J.L. Bruinsma
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Bevel gevangenhouding en verzoek tot schorsing in voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in Suriname in 1974, die momenteel verblijft in het huis van bewaring Ter Apel. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 5 oktober 2016, die een bevel tot zijn gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. G.A. Jansen, en de advocaat-generaal.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de gronden voor de voorlopige hechtenis voldoende zijn. De verdachte is betrokken bij activiteiten die verband houden met de handel in verdovende middelen, wat blijkt uit de analyse van beelden en whatsapp-berichten. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de termijn van het bevel gevangenhouding te verkorten van 90 naar 60 dagen, aangezien de verdachte de mogelijkheid heeft om bij de rechtbank een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis in te dienen.
Daarnaast heeft het hof het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat de gronden voor de voorlopige hechtenis niet zijn komen te vervallen. De beslissing van het hof is om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven in raadkamer en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.