ECLI:NL:GHAMS:2016:4098
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een renteswapovereenkomst en toewijzing van schadevergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [X] Vastgoed B.V. en ABN AMRO Bank N.V. Het hof heeft eerder op 10 november 2015 een tussenarrest gewezen, waarin partijen de gelegenheid werd geboden om een minnelijke regeling te treffen. Aangezien deze regeling niet tot stand is gekomen, heeft het hof in het eindarrest de vorderingen van [X] toegewezen. De kern van de zaak betreft de vernietiging van een renteswapovereenkomst, die door [X] was aangegaan met ABN AMRO. Het hof oordeelde dat de overeenkomst buitengerechtelijk was vernietigd op basis van dwaling, waardoor de prestaties van [X] zonder rechtsgrond waren verricht. Het hof heeft ABN AMRO veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.029.024,43 aan [X], vermeerderd met wettelijke handelsrente. Daarnaast is ABN AMRO veroordeeld tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat, als gevolg van het niet doorhalen van een hypotheek op een onroerende zaak. Het hof heeft de proceskosten aan de zijde van [X] begroot en ABN AMRO als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in deze kosten. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.