ECLI:NL:GHAMS:2016:3827
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrek specifieke zorgkosten en giften in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 augustus 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had eerder de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2012, opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst, bevestigd. De inspecteur had de aanslag gebaseerd op een belastbaar inkomen van € 32.337, waarbij geen aftrekposten voor specifieke zorgkosten en giften in aanmerking waren genomen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit werd afgewezen door de inspecteur. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 9 augustus 2016 heeft het Hof de standpunten van beide partijen gehoord. Belanghebbende stelde dat zij recht had op aftrek van specifieke zorgkosten en giften, maar het Hof oordeelde dat zij niet in haar bewijslast was geslaagd. De rechtbank had vastgesteld dat belanghebbende geen bewijs had geleverd voor de opgevoerde zorgkosten en giften, en het Hof nam deze overwegingen over. Het Hof concludeerde dat belanghebbende geen recht had op aftrek voor de jaren 2011 en 2012, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen kosten waren gesteld of gebleken.
De uitspraak van het Hof is openbaar gemaakt en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De beslissing van het Hof is definitief, tenzij er een succesvol cassatieberoep wordt ingesteld.