ECLI:NL:GHAMS:2016:3819

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2016
Publicatiedatum
22 september 2016
Zaaknummer
1491-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en betrokkenheid bij inbeslagname van verdovende middelen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 september 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, die op 24 augustus 2016 de vordering tot gevangenhouding van de verdachte had afgewezen. De verdachte, geboren in Soedan in 1974, was betrokken bij een zaak rondom voorlopige hechtenis en de inbeslagname van verdovende middelen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier van de rechtbank en de verklaringen van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

Na beoordeling van de onderzoeksresultaten is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de invoer van de verdovende middelen op het moment van inbeslagname. Het hof heeft zich verenigd met de beschikking van de rechtbank en heeft het beroep van de officier van justitie afgewezen. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, evenals de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de verdachte, waarmee de procedure is afgerond.

Uitspraak

15-820507-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Soedan) op [geboortedag] 1974,
wonende te [adres] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 24 augustus 2016, houdende afwijzing van de vordering tot gevangenhouding van de verdachte voornoemd.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer van 26 augustus 2016, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam] .

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep.
Het hof is van oordeel dat uit de onderzoeksresultaten tot nu toe niet valt op te maken dat de verdachte voor het moment van de inbeslagname van de verdovende middelen bij de invoer daarvan betrokken is geweest.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 21 september 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en J.H. Wesselink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. van der Heide als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 21 september 2016,
de advocaat-generaal