ECLI:NL:GHAMS:2016:3819
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- J.L. Bruinsma
- J.H. Wesselink
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en betrokkenheid bij inbeslagname van verdovende middelen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 september 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, die op 24 augustus 2016 de vordering tot gevangenhouding van de verdachte had afgewezen. De verdachte, geboren in Soedan in 1974, was betrokken bij een zaak rondom voorlopige hechtenis en de inbeslagname van verdovende middelen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier van de rechtbank en de verklaringen van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.
Na beoordeling van de onderzoeksresultaten is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de invoer van de verdovende middelen op het moment van inbeslagname. Het hof heeft zich verenigd met de beschikking van de rechtbank en heeft het beroep van de officier van justitie afgewezen. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, evenals de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de verdachte, waarmee de procedure is afgerond.