ECLI:NL:GHAMS:2016:3818
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- J.L. Bruinsma
- J.H. Wesselink
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis en wijziging van schorsingsvoorwaarden afgewezen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 september 2016 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, alsook tot wijziging van de schorsingsvoorwaarden. De verdachte, geboren in 1991, had eerder een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd gekregen, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De raadsvrouw van de verdachte heeft op 23 augustus 2016 een verzoek ingediend, waarin primair om opheffing van de voorlopige hechtenis werd gevraagd en subsidiair om wijziging van de schorsingsvoorwaarden, specifiek het vervallen van de voorwaarde van elektronisch toezicht.
Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot afwijzing van beide verzoeken. Het hof heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de voorlopige hechtenis op te heffen, gezien de gedragingen van de verdachte en de duur van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet aan de schorsingsvoorwaarden heeft gehouden, waaronder het overtreden van een contactverbod. De raadsvrouw had aangevoerd dat de zaak van de verdachte op 6 december 2016 hoogstwaarschijnlijk niet inhoudelijk behandeld kan worden, maar het hof oordeelde dat dit geen reden was om de schorsingsvoorwaarden te wijzigen.
Uiteindelijk heeft het hof beide verzoeken afgewezen en de eerdere beschikkingen van 8 maart 2016 en 11 mei 2016 gehandhaafd. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren, en is op dezelfde dag aan de advocaat-generaal ter kennis gebracht.