3.2.Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken. Voor hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd wordt verwezen naar de procesen-verbaal van de zitting.
4. Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank heeft ter zake van het geschil als volgt overwogen, waarbij belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’:
“1. De rechtbank stelt voorop dat op eiseres de bewijslast rust om aannemelijk te maken dat zij op grond van artikel 236 van het Communautair Douanewetboek (hierna: CDW) recht heeft op terugbetaling van rechten bij invoer.
2. Eiseres heeft ter zitting verklaard dat wat betreft de voor de indeling relevante objectieve kenmerken en eigenschappen van de modellen [Model 1] en [Model 2] kan worden uitgegaan van de zich bij de stukken bevindende productinformatie over het model [Model 3] .
3. Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat de modellen [Model 1] en [Model 2] over een communicatiefunctie beschikken door middel van de RJ45-uitgang en daarom onder GN-code 8528 71 13 moeten worden ingedeeld, hetzij op grond van indelingsregels 1 en 6, hetzij op grond van indelingsregel 3b, hetzij op grond van indelingsregel 3c.
4. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in zijn arrest van 22 november 2012, gevoegde zaken C-320/11, C-330/11, C-382/11 en C-383/11 (Digitalnet OOD e.a.) in rechtsoverweging 47 geoordeeld dat een toestel slechts kan worden ingedeeld onder GN-postonderverdeling 8528 71 13 indien het louter door middel van een ingebouwd modem toegang tot het internet kan verschaffen. De toegang tot het internet moet dus worden bewerkstelligd zonder dat gebruik wordt gemaakt van een ander toestel of mechanisme. Uit de hiervoor weergegeven passage uit de handleiding bij model [Model 3] blijkt dat vanaf de [product] geen rechtstreekse verbinding met het internet kan worden gemaakt, maar dat voor het tot stand brengen van een internetverbinding de RJ45-uitgang op een extern modem of externe router moet worden aangesloten. Nu geen sprake is van een toestel dat is uitgerust met een ingebouwd modem voor toegang tot het internet komen de modellen [Model 1] en [Model 2] niet voor indeling onder GN-code 8528 71 13 in aanmerking. Dat de Franse douaneautoriteiten met ingang van 22 februari 2012 een bti hebben afgegeven aan eiseres voor de [product] [Model 4] voor goederencode 8528 71 15 leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een model dat soortgelijk is aan de onderhavige modellen.
5. Eiseres stelt zich subsidiair op het standpunt dat de onderhavige modellen dienen te worden ingedeeld onder GN-code 8473 30 80, aangezien de modellen ten tijde van de invoer niet over een harde schijf beschikken, maar de harde schijf na invoer wordt ingebouwd en dit het essentiële kenmerk van het eindproduct is. Met die enkele blote stelling heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat deze modellen onder GN-code 8473 30 80 moeten worden ingedeeld en dat zij recht heeft op terugbetaling van rechten bij invoer.
6. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.”