ECLI:NL:GHAMS:2016:3303

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2016
Publicatiedatum
15 augustus 2016
Zaaknummer
23-001609-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van strafvervolging in hoger beroep na veroordeling bij verstek

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte was in 2007 beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging en vernieling. De tenlastelegging omvatte onder andere het bedreigen van een slachtoffer met een hamer en het vernielen van een luchtpomp. Daarnaast was de verdachte beschuldigd van rijden onder invloed en het besturen van een voertuig zonder geldig rijbewijs.

Het hof heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de verdachte werd vervolgd, zijn gepleegd op 22 juni en 3 juli 2007. De termijn voor strafvervolging bedraagt zes jaar, en aangezien de dagvaarding pas na deze termijn was uitgebracht, is het recht tot strafvervolging door verjaring komen te vervallen. De politierechter had eerder een veroordeling bij verstek uitgesproken, maar de verdachte had deze niet ontvangen.

Het hof heeft geconcludeerd dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk is in de strafvervolging, omdat de verjaringstermijn was verstreken. Het vonnis van de politierechter is vernietigd en het hof heeft het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging. Deze beslissing is genomen in het belang van de rechtszekerheid en de bescherming van de verdachte.

Uitspraak

parketnummer: 23-001609-16
datum uitspraak: 26 juli 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 31 oktober 2008 in de strafzaak onder parketnummer
15-666146-07 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
26 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:hij op of omstreeks 22 juni 2007 te Haarlem [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte, (terwijl hij een hamer in de hand had en/of een grote hond aangelijnd bij zich had,) opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: ("Ik ga de winkel verbouwen" en/of) "Ik zal mijn hond op je afsturen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 2:hij op of omstreeks 22 juni 2007 te Haarlem opzettelijk en wederrechtelijk een luchtpomp, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Total, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, met een hamer meermaals geslagen op (het glas en display van) voornoemde luchtpomp;
feit 3:hij op of omstreeks 3 juli 2007 te Haarlem als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 655 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
feit 4:hij op of omstreeks 3 juli 2007 te Haarlem als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs was gevorderd en/of als degene van wie zijn rijbewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de Europaweg, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat rijbewijs was afgegeven, heeft bestuurd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie

Het hof stelt het volgende vast. Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is op 22 juni 2007 begaan en het onder
3 en 4 ten laste gelegde heeft op 3 juli 2007 plaatsgevonden. De termijn van dagvaarding is een dag na voornoemde data aangevangen. Het recht tot strafvervolging ter zake van de vier verweten misdrijven vervalt door verjaring in zes jaren.
De dagvaarding voor de terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdachte niet bereikt en de politierechter heeft op 31 oktober 2008 een veroordeling bij verstek uitgesproken. Blijkens het dossier is tweemaal getracht het verstekvonnis aan de verdachte te betekenen, laatstelijk op 18 december 2008. Op deze datum is de verjaring gestuit. Dit brengt met zich dat de verjaring uiterlijk op 18 december 2014 door een daad van vervolging kon worden gestuit. Echter, eerst op 10 april 2016 heeft de verdachte kennis genomen van het vonnis van de politierechter in de onderhavige zaak.
Gelet op het voorgaande is het recht tot strafvordering ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 laste gelegde door verjaring komen te vervallen. Desgevorderd zal het hof het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk verklaren in de strafvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het Openbaar Ministerie ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. J.D.L. Nuis en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. S.W.M. Stevens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
26 juli 2016.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.