Uitspraak
strafzaak)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 30 april 2015 werd gewezen. De zaak betreft een verdachte die in de periode van 1 juni 2013 tot en met 11 juli 2013 in Akersloot, gemeente Castricum, elektriciteit heeft gestolen van Liander. De verdachte heeft dit gedaan door middel van verbreking, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De politierechter heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal van elektriciteit.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 15 juli 2016 heeft het hof de verklaringen van de veroordeelde en getuige als ongeloofwaardig beoordeeld, gezien de feitelijke omstandigheden in de hennepkwekerij. Het hof heeft vastgesteld dat het niet aannemelijk is dat de apparatuur tweedehands en bevuild is aangeschaft. De kosten voor de assimilatielampen en afzuiginstallatie zijn reeds verdisconteerd in de afschrijvingskosten. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, en het hof heeft zich met deze vordering verenigd.
Het hof heeft een kennelijke schrijffout in de kwalificatie van de feiten verbeterd. De kwalificatie van de bewezen feiten is als volgt: de eendaadse samenloop van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de verbeteringen in de kwalificatie.