ECLI:NL:GHAMS:2016:3000
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met aanvulling en vrijspraak woningoverval wegens onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 april 2015 en het herstelvonnis van 10 april 2015. De verdachte, geboren in 1978 op de voormalige Nederlandse Antillen, was aangeklaagd voor een woningoverval. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte tot een gevangenisstraf van drie jaren zou worden veroordeeld, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep, inclusief het herstelvonnis, bevestigd, maar met een aanvulling. De verdediging had aangevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging, omdat de verbalisanten de medeverdachten hadden misleid om een bekennende verklaring te verkrijgen. Dit zou in strijd zijn met de verklaringsvrijheid en een schending van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering. De raadsman stelde dat dit een fundamentele inbreuk op het wettelijke systeem betekende.
De advocaat-generaal daarentegen stelde dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging, omdat de mededeling over een fictieve buit niet aan de verdachte was gedaan, maar aan de medeverdachten. Het hof oordeelde dat de verdachte niet in zijn belangen was geschaad door de misleiding van de medeverdachten, en verwierp het verweer van de raadsman. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, inclusief het herstelvonnis, en verklaarde het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging.