ECLI:NL:GHAMS:2016:2975
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.J.G.B. Heutink
- J.L. Bruinsma
- J.H. Wesselink
- Rechtspraak.nl
Vluchtgevaar en borgsom in hoger beroep tegen gevangenhouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Albanië en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was in detentie in het huis van bewaring Almere Binnen. Het hof heeft kennisgenomen van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 27 juni 2016, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.
Tijdens de behandeling in raadkamer heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. Het hof heeft de relevante stukken en het proces-verbaal van de observaties bekeken. Hieruit bleek dat de verdachte samenwerkte met andere personen die betrokken waren bij drugshandel en witwassen. De hoeveelheid cocaïne en het geldbedrag dat bij een medeverdachte was aangetroffen, versterkten de ernstige bezwaren tegen de verdachte.
Het hof oordeelde dat er vluchtgevaar bestond, omdat er onzekerheid was over de verblijfplaats van de verdachte in Duitsland. De verklaring van de medeverdachte dat de verdachte niet op het opgegeven adres verbleef, droeg bij aan deze vrees. Het hof concludeerde dat de verdachte een misdrijf zou kunnen begaan dat de gezondheid of veiligheid van anderen in gevaar zou kunnen brengen. Het verzoek van de verdachte om schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, omdat het vluchtgevaar niet kon worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden, waaronder een borgsom. De beschikking van de rechtbank werd bevestigd en het beroep werd afgewezen.