Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 februari 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met (een tas met daarin) een hamer of moker en/of met een beugelslot, in elk geval een hard en/of zwaar voorwerp meermalen, althans eenmaal (met kracht) heeft geslagen tegen het hoofd en/of lichaam van voornoemde [slachtoffer];
hij op of omstreeks 28 februari 2015 te Amsterdam, althans in Nederland opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld door met (een tas met daarin) een hamer of moker en/of met een beugelslot, in elk geval een hard en/of zwaar voorwerp meermalen, althans eenmaal (met kracht) te slaan tegen het hoofd en/of lichaam van voornoemde [slachtoffer], waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak poging tot doodslag (primair eerste alternatief)
Bewijsoverweging
het hof begrijpt hier en verder: een hamer) (proces-verbaal van 28 februari 2015, pagina’s 20 en 21 van het doorgenummerde proces-verbaal van politie).
Bewezenverklaring
Beroep op noodweer(exces)
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
9 (negen) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 1.675,00 (duizend zeshonderdvijfenzeventig euro) bestaande uit € 675,00 (zeshonderdvijfenzeventig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.675,00 (duizend zeshonderdvijfenzeventig euro) bestaande uit € 675,00 (zeshonderdvijfenzeventig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
26 (zesentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.