ECLI:NL:GHAMS:2016:2704

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juli 2016
Publicatiedatum
7 juli 2016
Zaaknummer
15/820370-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot gevangenhouding in verband met ernstige bezwaren tegen verdachte wegens witwassen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Schiphol, die op 8 juni 2016 de vordering tot gevangenhouding van de verdachte had afgewezen. De verdachte, geboren in Duitsland en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd verdacht van witwassen. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de verdachte gehoord.

Het hof oordeelde dat er voldoende ernstige bezwaren waren voor de vordering tot inbewaringstelling. De verklaring van de verdachte over de herkomst en bestemming van een groot contant geldbedrag verschilde aanzienlijk van die van de door hem genoemde geldverstrekkers. Daarnaast was het bedrijf waarvoor de verdachte zegt te werken nog niet gevonden. Gezien het feit dat de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft in Nederland en veel internationale reisbewegingen maakt, concludeerde het hof dat er sprake was van vluchtgevaar. Het hof achtte het aannemelijk dat de verdachte een misdrijf zou begaan waarop een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld.

Op basis van deze overwegingen verklaarde het hof het hoger beroep gegrond, vernietigde de beschikking van de rechtbank en beval de gevangenhouding van de verdachte voor een termijn van 60 dagen, zoals door de officier van justitie was gevorderd. Deze beslissing werd genomen in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

15/820370-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van de verdachte
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Duitsland) op [geboortedatum],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Schiphol van 8 juni 2016, houdende afwijzing van de vordering tot de gevangenhouding van verdachte voornoemd.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Schiphol van 21 juni 2016, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de verdachte, mr. R.W. van Zanden.

De beoordeling

Naar het oordeel van het hof zijn voldoende ernstige bezwaren aanwezig voor het op de vordering inbewaringstelling vermelde feit. Het hof heeft daarbij acht geslagen op het feit dat de verklaring van de verdachte over de aanwezigheid en de bestemming van het geld aanzienlijk verschilt van de verklaringen van de door hem genoemde geldverstrekkers. Voorts heeft het hof gelet op de omvang van het geldbedrag en de omstandigheden waaronder het geld op de verdachte zou zijn overgedragen. Daar komt bij dat het bedrijf waarvoor de verdachte zegt werkzaam te zijn vooralsnog niet te vinden is.
Nu verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft in Nederland en gelet op het feit waarvoor ernstige bezwaren aanwezig zijn en nu uit het dossier naar voren komt dat de verdachte veel internationale reisbewegingen maakt, is het hof van oordeel dat er sprake is van vluchtgevaar.
Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte zich klaarblijkelijk vaker bezighoudt met transacties als thans aan de orde. Gelet hierop is het hof van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte een misdrijf zal begaan waarop naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld.
Het hof ziet geen reden, gelet op het feit dat de verdachte al enige tijd op vrije voeten is (geweest) om de onderzoeksgrond mede aan de voorlopige hechtenis ten grondslag te leggen.
Gelet op het bovenstaande is het hof met het openbaar ministerie van oordeel dat er ernstige bezwaren en gronden zijn voor de voorlopige hechtenis van de verdachte en zal het hof de beschikking van de rechtbank vernietigen en de gevangenhouding van de verdachte bevelen voor een termijn van 60 dagen, zoals door de officier van justitie bij de rechtbank gevorderd.

15.820370-16

De beslissing

Het hof:
VERKLAART het hoger beroep GEGROND
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
BEVEELT de gevangenhouding van de verdachte voor de duur van 60
(ZESTIG) DAGEN,welke beslissing afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Deze beschikking is gegeven op 6 juli 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 juli 2016,
de advocaat-generaal
G E R E C H T S H O F A M S T E R D A M
BEVEL GEVANGENHOUDING
Het hof heeft bij beschikking van heden in de zaak van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Duitsland) op [geboortedatum],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
het beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland locatie Schiphol van 8 juni 2016, houdende afwijzing van de vordering tot de gevangenhouding van de verdachte, gegrond verklaard en de beschikking waarvan beroep vernietigd. Voorts heeft het hof de gevangenhouding van de verdachte bevolen voor de gevorderde duur van 60 dagen, welke bij dit bevel afzonderlijk is geminuteerd.

De beoordeling

Naar het oordeel van het hof zijn voldoende ernstige bezwaren aanwezig voor de op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten.
Voorts is het hof van oordeel dat sprake is van vluchtgevaar en dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte een misdrijf zal begaan waarop naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld.
Het hof heeft gelet op de artikelen 65, 66, 67, 67a, 75 en 78 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing:

Het hof:
BEVEELT de gevangenhouding van de verdachte voor de duur van
60 (ZESTIG) DAGEN.
Deze beschikking is gegeven op 6 juli 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 juli 2016,
de advocaat-generaal