ECLI:NL:GHAMS:2016:2703
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voorlopige hechtenis en ISD-maatregel in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 13 juni 2016, die een bevel tot gevangenhouding inhield. De verdachte, geboren in Suriname en thans verblijvende in een huis van bewaring, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en het reclasseringsrapport van 3 juni 2016. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.G.S. Roethof, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van oordeel dat er voldoende ernstige bezwaren zijn voor de inbewaringstelling van de verdachte, ondanks het feit dat er nog geen aangifte is gedaan. Het hof heeft ook rekening gehouden met het voornemen van het openbaar ministerie om de ISD-maatregel te vorderen en de justitiële documentatie van de verdachte, die aantoont dat hij nog in een proeftijd liep. Gezien deze omstandigheden heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis eveneens af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.