ECLI:NL:GHAMS:2016:2699
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bevel tot gevangenhouding en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis in het kader van mediation
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1991 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 13 juni 2016, waarin zijn gevangenhouding werd bevolen en zijn verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Het hof heeft de relevante stukken en de akte van de griffier van de rechtbank bekeken, evenals de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman. De verdachte heeft aangegeven dat hij het conflict met de aangever wil oplossen door middel van mediation, maar dat dit door zijn detentie momenteel niet goed mogelijk is.
Het hof heeft geoordeeld dat het recidivegevaar kan worden ingeperkt door voorwaarden te stellen, waaronder deelname aan een mediation-traject. Het hof heeft het beroep tegen de beschikking van de rechtbank afgewezen voor wat betreft de gevangenhouding, maar het beroep tegen de afwijzing van de schorsing gegrond verklaard. De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst met ingang van 7 juli 2016, onder bepaalde voorwaarden, waaronder het melden bij de reclassering en het niet zoeken van contact met het slachtoffer buiten het mediation-traject om. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de meervoudige strafkamer van het hof, met de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.