ECLI:NL:GHAMS:2016:2699

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juli 2016
Publicatiedatum
7 juli 2016
Zaaknummer
13/701948-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot gevangenhouding en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis in het kader van mediation

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1991 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 13 juni 2016, waarin zijn gevangenhouding werd bevolen en zijn verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Het hof heeft de relevante stukken en de akte van de griffier van de rechtbank bekeken, evenals de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman. De verdachte heeft aangegeven dat hij het conflict met de aangever wil oplossen door middel van mediation, maar dat dit door zijn detentie momenteel niet goed mogelijk is.

Het hof heeft geoordeeld dat het recidivegevaar kan worden ingeperkt door voorwaarden te stellen, waaronder deelname aan een mediation-traject. Het hof heeft het beroep tegen de beschikking van de rechtbank afgewezen voor wat betreft de gevangenhouding, maar het beroep tegen de afwijzing van de schorsing gegrond verklaard. De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst met ingang van 7 juli 2016, onder bepaalde voorwaarden, waaronder het melden bij de reclassering en het niet zoeken van contact met het slachtoffer buiten het mediation-traject om. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de meervoudige strafkamer van het hof, met de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

13/701948-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 13 juni 2016, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 15 juni 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, voor zover deze betrekking heeft op het bevel tot de gevangenhouding van de verdachte.
Voor zover het beroep zich richt tegen de afwijzing van het verzoek tot schorsing overweegt het hof het volgende.
De verdachte en diens raadsman hebben aangegeven dat de verdachte het onderliggende probleem met aangever wil oplossen door middel van mediation. Daartoe heeft de raadsman contact gelegd met het mediationbureau en het openbaar ministerie. Vanwege de detentie van de verdachte is het thans niet goed mogelijk het mediation-traject te starten.
Het hof is van oordeel dat het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden, waaronder deelneming aan een mediation-traject waardoor het onderliggende conflict kan worden opgelost.

13.701948-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover deze betrekking heeft op het bevel tot de gevangenhouding van de verdachte.
ACHT GEGROND het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover het betreft de afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
SCHORST het bevel tot de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van 7 juli 2016 om 14:00 uur tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak, welke beslissing afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Deze beschikking is gegeven op 6 juli 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 juli 2016,
de advocaat-generaal
13/701948-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
SCHORSINGSBESCHIKKING
Het hof heeft bij beschikking van heden in de zaak van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
het beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 13 juni 2016, voor zover gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot schorsing gegrond verklaard.

De beoordeling

Het hof acht termen aanwezig de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen onder de navolgende voorwaarden.

De beslissing

Het hof:
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van 7 juli 2016 om 14:00 uur tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak,
zulks onder de voorwaarden dat de verdachte:
1. indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken;
2. ingeval hij wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
3. bij iedere oproeping vanwege een justitiële instantie in persoon zal verschijnen;
4. zich niet zal schuldig maken aan strafbare feiten;
5. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
6. elke adreswijziging schriftelijk door zal geven aan de officier van justitie te Amsterdam onder vermelding van 13/701948-16;
7. zich op 8 juli 2016 tussen 9:00 uur en 12:00 uur meldt bij de Reclassering Nederland, adres: Wibautstraat 12, 1091 GM Amsterdam. Hierna is de verdachte verplicht zich te blijven melden zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
13/701948-16
8. de aanwijzingen van de reclassering naleeft;
9. geen rechtstreeks contact zoekt met [slachtoffer], geboren 16 februari 1986 te Paramaribo (Suriname) buiten een eventueel mediation-traject om, dan wel na contact en met toestemming van de reclassering of het openbaar ministerie.
Deze beschikking is gegeven op 6 juli 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en T. de Bont, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 juli 2016,
de advocaat-generaal