ECLI:NL:GHAMS:2016:2345
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling in het geval van een afbetalingsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van [appellant] voor de schuldsaneringsregeling. [Appellant] had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Amsterdam, dat op 2 mei 2016 was afgewezen. Het hof heeft de zaak behandeld op 14 juni 2016, waarbij [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.M. Diekstra, en een schuldhulpverlener. De kern van de zaak draait om de vraag of [appellant] in een uitzichtloze financiële situatie verkeert, waardoor hij in aanmerking zou komen voor de schuldsaneringsregeling.
[Appellant] heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij al twintig jaar bezig is met het afbetalen van zijn schulden, die voornamelijk voortkomen uit zijn pilotenopleiding, en dat hij momenteel een netto salaris van € 4.000 ontvangt. Hij heeft een schuld van in totaal € 178.000, waarvan € 133.000 bij ABN AMRO, die bereid is een regeling te treffen. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] zijn maandelijkse verplichtingen nakomt en dat er geen sprake is van betalingsonmacht. Het hof concludeert dat er nog mogelijkheden zijn voor [appellant] om tot een afbetalingsregeling te komen met ABN AMRO, en dat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor de schuldsaneringsregeling zoals gesteld in artikel 284, eerste lid, van de Faillissementswet.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de aanvraag van [appellant] voor de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft [appellant] aangeraden om in gesprek te blijven met ABN AMRO om tot een acceptabele betalingsregeling te komen, en heeft de bank geadviseerd om enige coulance te betrachten, gezien de mogelijke toekomstige ontslagen bij Lufthansa.