In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 10 juni 2016, heeft de Ondernemingskamer besloten het eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Strara Vastgoed B.V. en SR Horeca B.V. te beëindigen. Dit onderzoek was bevolen op verzoek van [A] en had betrekking op de periode vanaf 1 januari 2015. De Ondernemingskamer had eerder al een aantal beschikkingen gegeven, waaronder de benoeming van een onderzoeker en een bestuurder. De aanleiding voor het onderzoek was een conflict tussen [B] en [C], dat leidde tot een impasse in de besturen van de betrokken vennootschappen.
De verzoekster, [A], heeft aangevoerd dat er geen belang meer bestaat bij het onderzoek, nu de impasse is doorbroken en de aandelen in Strara in haar handen zijn gekomen. Tevens is gesteld dat Strara niet in staat is de kosten van het onderzoek te dragen. De Ondernemingskamer heeft de belangen van [A] en de vennootschappen zwaarder laten wegen dan het belang van [B] bij het onderzoek. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de financiële situatie van Strara c.s. zo slecht is dat het onderzoek niet te financieren valt en dat het in het belang van de vennootschappen is om zich te concentreren op hun herstructurering en het opbouwen van de onderneming.
De Ondernemingskamer heeft uiteindelijk besloten het onderzoek te beëindigen, met ingang van de datum van de beschikking, en verklaarde deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken.