Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
[bedrifsnaam]., op of omstreeks 14 september 2009, te Volendam (gemeente Edam-Volendam) en/of te Zaandam, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2007 (D 129) (gedeeltelijk) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben doen en/of laten doen, immers heeft/hebben [bedrifsnaam]. en/of zijn mededader(s) opzettelijk op het bij de Belastingdienst te Zaandam ingeleverde aangiftebiljet over het jaar 2007,
hij, op of omstreeks 11 juni 2010, te Volendam (gemeente Edam-Volendam) en/of te Zaandam, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2008 (D 03a) (gedeeltelijk) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben doen en/of laten doen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk op het bij de Belastingdienst te Zaandam ingeleverde aangiftebiljet over het jaar 2008, te weinig inkomen uit aanmerkelijk belang vermeld en/of doen laten vermelden, immers -is er geen/te weinig inkomen uit aanmerkelijk belang aangegeven, terwijl er wel inkomen uit aanmerkelijk belang tot een bedrag van euro 1.287.110 (D28-13), althans euro 287.000 (D-041 2/2), althans euro 83.000 (D122), althans enig inkomen uit aanmerkelijk belang is genoten wegens de verkoop van de aandelen [bedrijf 1] aan [bedrijf 2] op 8 januari 2008, althans in 2008, en/of
[bedrifsnaam]., op of omstreeks 11 juni 2010 en/of op of omstreeks 13 juni 2010, te Volendam (gemeente Edam-Volendam) en/of te Zaandam, althans te Nederland, tezamen en/of in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2008 (D 130), (gedeeltelijk) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben doen en/of laten doen, immers heeft/hebben [bedrifsnaam]. en/of zijn mededader(s) opzettelijk op het bij de Belastingdienst te Zaandam ingeleverde aangiftebiljet over het jaar 2008,
hij, op of omstreeks de periode van 23 december 2008 tot en met 31 januari 2009, te Volendam (gemeente Edam-Volendam) en/of te Zoutkamp (gemeente De Marne), althans in Nederland en/of in Liechtenstein, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een pelcontract tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] (D15-02), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of doen laten opmaken en/of doen laten vervalsen,
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 december 2008 tot en met 13 september 2010, te Volendam (gemeente Edam-Volendam) en/of te Zoutkamp (gemeente De Marne), althans in Nederland,
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van formele verweren
NJ1996, 249). Deze jurisprudentie richt zich op een schending van het verdragsrechtelijke recht op een eerlijk proces. Het hof stelt voorop dat uit de hier bedoelde jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat voor niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie alleen dan plaats is, indien sprake is van een ernstige schending van beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
‘(ontlastend) bewijsmateriaal’ genoemde stukken, te weten e-mailcorrespondentie tussen [naam 1] en [naam 2], e-mailcorrespondentie tussen [naam 1] en de verdachte en een advies van [naam 1] aan de verdachte, bewust niet aan het dossier zijn toegevoegd en niet aan de verdachte zijn geretourneerd. Volgens de raadsman heeft het onthouden van deze stukken tevens zijn weerslag gehad op het verdere verloop van de procedure doordat [naam 3] in zijn memo van 12 mei 2011 daarmee geen rekening heeft kunnen houden.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de ten laste gelegde feiten 2 en 3
- De onderneming van de verdachte is in 2000 ingebracht in [bedrifsnaam]., van welke vennootschap de verdachte alle aandelen houdt (D-128 1/2);
- Op 15 september 2005 heeft [bedrifsnaam]. een fiscaal advies ontvangen van De Raadgevers over het opzetten van een onderneming en het aankopen van een perceel grond in Marokko. Dit advies is gegeven door [naam 1] FB;
- Op 21 november 2006 zijn de verdachte en zijn broer [medeverdachte 1], of een nader te noemen meester, een overeenkomst aangegaan met [betrokkene 2]. De ingangsdatum is 1 maart 2007 en het contract was geldig voor vijf jaren. [betrokkene 2] leverde op basis van dit contract wekelijks 40 ton ongepelde garnalen aan de verdachte en zijn broer. De verdachte en zijn broer hebben zich verplicht om deze garnalen te pellen voor een bedrag van € 2,85 per kilo (D-034 1/3);
- Op 18 december 2006 hebben de verdachte en zijn broer [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]) opgericht, in welke vennootschap de pelactiviteiten, uit te voeren in een pelstation in Oujda, Marokko, plaatsvinden. De verdachte en zijn broer zijn ieder voor 50% aandeelhouder (bijlage nr. D/26-15, p. 3,4 en 13);
- In de agenda 2007 van de verdachte is genoteerd: ’24 januari (…) het moet even geregeld worden in Liechtenstein en Marokko’ (D-071a 1/2);
- In de agenda van de verdachte is bij 13 april 2007 vermeld: ‘vrijdag beginnen we met Pellen van Garnalen in Oujda’ (D-071b);
- In de agenda van 2007 van [medeverdachte 1] is vermeld: ’27 juni “louw in liecht”(D-066 8/14);
- In de periode van 27 juni 2007 tot en met 4 september 2007 factureert [bedrijf 1] aan [medeverdachte 1] een bedrag van € 2,45 per kilo gepelde garnalen. [medeverdachte 1] factureert in de periode van 27 juni 2007 tot en met 4 september 2007 aan [betrokkene 2] volgens contract € 2,85 per kilo (D-020 en D-021);
- In de periode van 3 oktober 2007 tot en met 1 januari 2008 factureert [bedrijf 1] aan een dochtermaatschappij van [betrokkene 2], [bedrijf 3]., per kilo gepelde garnalen een bedrag van omgerekend € 2,18. Tegelijkertijd factureert [medeverdachte 1] aan [betrokkene 2] B.V. voor de gepelde garnalen een bedrag van € 0,40 per kilo (D/22-01 t/m D/22-13 en D/23);
- Op 11 december 2007 hebben de verdachte en [medeverdachte 1] in Liechtenstein [bedrijf 2] International A.G. (hierna: [betrokkene 1]) opgericht. Bij oprichting kregen zij ieder middellijk 50% van de aandelen (D/16);
- Op 18 december 2007 gaan [betrokkene 1] en [bedrijf 1] een overeenkomst aan waarin is vastgelegd dat [betrokkene 1] aan [bedrijf 1] technische bijstand en scholing zal verrichten (D/073a);
- Met ingang van januari 2008 factureert [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] een bedrag van € 2,62 per kilo gepelde garnalen. Aan [betrokkene 2] wordt door de verdachte, [medeverdachte 1] of [betrokkene 1] niets in rekening gebracht (D/22-21 t/m D/22-37);
- Met ingang van 1 januari 2008 factureert [betrokkene 1] aan [bedrijf 1] € 1,25 per kilo gepelde garnalen (D-73 en D-066 9/14);
- Op 8 januari 2008 hebben de verdachte en [medeverdachte 1] hun aandelen in [bedrijf 1] B.V. verkocht aan [betrokkene 1] voor een bedrag van (omgerekend) € 8.895 (D-18 4/13);
- Vanaf 18 april 2008 factureert [bedrijf 1] aan [betrokkene 1] een bedrag van € 1,55 per kilo (incidenteel € 1,60). [betrokkene 1] factureert aan [betrokkene 2] een bedrag van € 2,85 per kilo gepelde garnalen (D/24 en D-25);
- In april 2008 ontvangt [betrokkene 2] facturen van [betrokkene 1]. [betrokkene 2] heeft geen pelcontract met deze A.G. en de gebroeders [verdachte] vragen of de betalingen voor het pellen van de garnalen voortaan naar [betrokkene 1] kunnen (V07-01);
- Op 25 november 2008 heeft [medeverdachte 1] de Belastingdienst verzocht om zijn onderneming geruisloos in te brengen in een door hem opgerichte vennootschap [bedrijf 4]. Een medewerker van de Belastingdienst zag in een overgelegde balans dat de eenmanszaak van [medeverdachte 1] sinds december 2007 een deelneming had in Liechtenstein, in [betrokkene 1] (G01-01). Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Belastingdienst vragen gesteld aan [naam 1] van [bedrijf 5];
- In januari 2009 is een nieuw pelcontract opgesteld met als contractspartijen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] (D-032). De inhoud van het pelcontract is nagenoeg gelijkluidend aan het in november 2006 gesloten contract. In het contract is als datum van ondertekening genoemd 12 december 2007 en als ingangsdatum 1 maart 2007 (D/033);
- Op 26 januari 2009 heeft de Belastingdienst vragen gesteld aan [naam 1] fiscaal adviseur werkzaam bij [bedrijf 5], over de deelneming in Liechtenstein (D/17-01);
- Op 11 september 2009 is de aangifte inkomstenbelasting 2007 van de verdachte ingediend en op 14 september 2009 de aangifte vennootschapsbelasting 2007 van [verdachte] B.V. In de aangifte inkomstenbelasting 2007 is de 50% aandelen die de verdachte in [bedrijf 1] had niet vermeld (D/03);
- In september 2009 is tijdens een derdenonderzoek door de Belastingdienst bij [betrokkene 2] een niet getekende Nederlandse versie van een contract aangetroffen tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2], gedateerd op 12 december 2007 (D28, p.4);
- [medeverdachte 1] heeft de Engelstalige ondergetekende versie van het pelcontract tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aan de Belastingdienst overgelegd (D-28, p. 2);
- Op 8 juni 2010 is het strafrechtelijk onderzoek gestart na een TPO beslissing;
- Op 11 juni 2010 is de aangifte inkomstenbelasting 2008 van de verdachte ingediend en op 13 juni 2010 de aangifte vennootschapsbelasting 2008 van [verdachte] B.V. In de aangifte inkomstenbelasting 2008 is de 50% aandelen die de verdachte in [bedrijf 1] had niet vermeld (D/130);
- In de jaarrekening 2008 van [betrokkene 1] wordt een resultaat vermeld van € 634.957,75 (D-16-02);
- Op 13 september 2010 zijn doorzoekingen gedaan bij de verdachte en zijn broer.
‘heb 0,40 € gerekend naar mij toe moet Louw ook krijgen in maroc’. Naar het oordeel van het hof volgt hieruit dat [medeverdachte 1] aanvankelijk (een deel van de) betalingen van [betrokkene 2], overeenkomstig het contract aan zichzelf liet betalen en dat ook de verdachte, gelet op de vermelding in de agenda van [medeverdachte 1], recht had op een deel hiervan.
‘of nader te noemen meester’. Dit is niet aannemelijk geworden, nu uit de stukken van het dossier ook niet kan worden afgeleid dat op enig moment vóór de ondertekening van het tweede pelcontract in januari 2009 tussen [betrokkene 2], de verdachte en [medeverdachte 1] overeenstemming zou zijn bereikt over [bedrijf 1] als de nader genoemde meester.
het moet even geregeld worden in Liechtenstein en Marokko’en het document dat tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] is gevonden met de naam ‘Mijn Koers’ kan geen andere conclusie worden verbonden dan dat de verdachte, anders dan [medeverdachte 1], vanaf de aanvang van de pelwerkzaamheden in Marokko wilde voorkomen dat betalingen voor het pellen van de garnalen in Nederland zichtbaar zouden worden. De verdachte wilde zodoende zijn deel van de opbrengst van het pelstation buiten de heffing van de Nederlandse belasting houden. Die inkomsten zijn door de belastingdienst berekend op € 147.360 (D-122). Dit bedrag had de verdachte, nu hij contractpartij was bij het pelcontract van 21 november 2006, in zijn aangifte inkomstenbelasting 2007 (hierna: IB) moeten (laten) vermelden.
‘die op dit moment door ons in privé worden gehouden, samen met het reeds bestaande pelcontract tussen [bedrijf 1] en [betrokkene 2]’. De verdachte heeft niet geantwoord op de vraag wie deze intentieverklaring heeft opgesteld. De vennootschappen van de verdachte [bedrifsnaam]. en [medeverdachte 1] hebben op 11 december 2007 [betrokkene 1] in Liechtenstein opgericht.
Bewezenverklaring
hij op 11 juni 2010 te Volendam (gemeente Edam-Volendam) opzettelijk een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2008 (D 03a) onvolledig heeft laten doen, immers heeft verdachte opzettelijk op het bij de Belastingdienst te Zaandam ingeleverde aangiftebiljet over het jaar 2008, te weinig inkomen uit aanmerkelijk belang doen laten vermelden, immers
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
BESLISSING
geldboetevan
€ 75.000 (vijfenzeventigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis.