Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1voert [appellant] aan dat de kantonrechter buiten het geschil van partijen is getreden door op grond van artikel 6:105 lid 1 BW de toekomstige schade te begroten op € 5.000,--, 'zonder nader bewijsaanbod van [appellant] '. In de toelichting stelt [appellant] dat hij een verklaring voor recht had gevorderd. Weliswaar had hij verzuimd een voorschot te vorderen, zoals wel per post stond aangekondigd in de dagvaarding, maar - zo begrijpt het hof zijn standpunt - hij hoefde er geen rekening mee te houden dat de kantonrechter tot een definitieve begroting van de schade zou overgaan, zonder hem in de gelegenheid te stellen nader bewijs te leveren van zijn schade.
Het hof zal dan ook eerst beoordelen of [appellant] aanspraak kan maken op andere bedragen voor kosten en schade dan waartoe Plangroep in het bestreden vonnis veroordeeld.
Het hof ziet dan ook geen grond om het door [appellant] gevorderde bedrag van
Het hof acht het aannemelijk dat [appellant] deze schade heeft geleden en is van oordeel dat deze schade te zien is als gevolg van de wanprestatie van Plangroep. Het verlies van de sociale huurwoning van [appellant] heeft voor hem meegebracht dat hij in de daklozenopvang is terechtgekomen en dat onzeker is of, en wanneer hij weer over een eigen (sociale) huurwoning kan beschikken. Dit is voldoende grond voor toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht en verwijzing naar de schadestaatprocedure, zoals door [appellant] is gevorderd.
Zelfs als juist is dat [appellant] tijdens het telefoongesprek op 3 oktober 2011 zich intimiderend heeft opgesteld jegens de medewerker van Plangroep, dan nog geldt dat Plangroep reeds op dat moment was tekortgeschoten bij het budgetbeheer. Plangroep heeft immers niet weersproken dat, na de betekening van het ontruimingsvonnis aan [appellant] , met de deurwaarder was afgesproken dat de huur vóór de eerste van de maand diende te worden voldaan. De huur voor oktober 2011 was derhalve hoe dan ook te laat betaald door Plangroep, terwijl - dit staat niet ter discussie - er wel voldoende saldo was om die huur te betalen. Duidelijk is - en dat had Plangroep redelijkerwijs ook kunnen en moeten begrijpen - dat een te late huurbetaling in een situatie waarin er een betekend ontruimingsvonnis ligt, uiterst riskant is voor de huurder en direct het risico op ontruiming meebrengt. Het hof deelt derhalve het oordeel van de kantonrechter dat Plangroep jegens [appellant] is tekortgeschoten in de uitvoering van de overeenkomst tot budgetbeheer, door niet tijdig de huur over oktober 2011 te betalen. Dat budgetbeheer vrijwillig is, maakt dat niet anders. Beslissend is evenmin of Plangroep heeft gezegd dat de huur voor oktober nog moest worden betaald; deze was hoe dan ook te laat.
4.Beslissing
€ 832,80 aan ontruimingskosten;
in eerste aanleg: € 765,17;