ECLI:NL:GHAMS:2016:1374
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bevel gevangenhouding met ernstige bezwaren en recidivegevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 2 maart 2016 het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte had afgewezen. De verdachte, geboren in Birma in 1972 en thans verblijvende in het huis van bewaring De Marwei te Leeuwarden, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze afwijzing. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de verklaringen van de betrokken slachtoffers en getuigen. Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte op basis van de aangifte en de verklaringen van de slachtoffers, alsook het forensisch onderzoek. Het hof concludeert dat de vrijlating van de verdachte een geschokte rechtsorde zou veroorzaken en dat er een reëel recidivegevaar bestaat. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen, omdat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn aangetoond die een schorsing zouden rechtvaardigen. De beslissing van het hof is om het beroep tegen de beschikking van de rechtbank af te wijzen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis te verwerpen.