ECLI:NL:GHAMS:2016:1372
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen gevangenhouding van verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De verdachte, geboren in Roemenië in 1979, was op dat moment gedetineerd in het huis van bewaring te Zwaag. Het hof heeft kennisgenomen van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2016, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. De advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.J. Stronks, zijn gehoord tijdens de zitting. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank van 7 maart 2016 in ogenschouw genomen, waaruit bleek dat de verdachte hoger beroep had ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank.
Na beoordeling van de zaak heeft het hof geconcludeerd dat de gronden voor de gevangenhouding, zoals vastgesteld door de rechtbank, juist zijn. Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep en heeft vastgesteld dat er geen nieuwe omstandigheden zijn die een wijziging in de beslissing rechtvaardigen. De eerdere veroordeling van de verdachte op 17 juli 2015 is hierbij ook in overweging genomen. Het hof heeft uiteindelijk het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen, wat betekent dat de gevangenhouding van de verdachte in stand blijft. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren unaniem tot dit oordeel zijn gekomen.