Uitspraak
mr. P.A. de Lange, kantoorhoudende te Barendrecht,
mr. J.G.D. Fleers, kantoorhoudende te Utrecht,
1.Het verloop van het geding
- verzoekster met [A] ;
- verweersters met Flextra c.s.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 30 maart 2016 uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure. Verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had op 11 december 2015 een verzoekschrift ingediend waarin zij vroeg om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de Flextra vennootschappen. Tevens verzocht zij om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van de bestuurders van de verweersters. Echter, op 21 december 2015 was verzoekster in staat van faillissement verklaard, wat leidde tot complicaties in de procedure. De curator heeft aangegeven de procedure niet over te nemen, wat de Ondernemingskamer noopte om de verweersters de mogelijkheid te bieden om ontslag van instantie te vragen. Dit verzoek werd op 16 februari 2016 ingediend door de advocaat van de verweersters. De Ondernemingskamer overwoog dat het verzoek om ontslag van instantie op grond van artikel 27 Faillissementswet terecht was, aangezien de belangen van de verweersters in het vermijden van onverhaalbare kosten zwaarder wogen dan het belang van verzoekster bij voortzetting van de procedure. De Ondernemingskamer verleende uiteindelijk ontslag van instantie aan de verweersters 1 tot en met 9 en stelde verzoekster in de gelegenheid om zich uit te laten over de voortzetting van de procedure tegen de overige verweersters.