In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1966, was aangeklaagd voor het besturen van een motorrijtuig terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 april 2015 te Amsterdam als bestuurder van een personenauto op de Parnassusweg reed, terwijl zijn rijbewijs, dat in 1998 ongeldig was verklaard, niet was vervangen door een geldig rijbewijs. De verdachte had eerder meerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat de ernst van de zaak vergrootte.
Tijdens de zitting heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte niet op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte, gezien zijn eerdere veroordelingen en de omstandigheden, redelijkerwijs moest vermoeden dat zijn rijbewijs ongeldig was. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit, de frequentie van recidive en de impact op de verkeersveiligheid. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994, in acht genomen.