ECLI:NL:GHAMS:2016:1113

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 maart 2016
Publicatiedatum
29 maart 2016
Zaaknummer
23-004317-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Algehele vrijspraak van zware mishandeling en openlijk geweld in vereniging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van zware mishandeling, mishandeling met zwaar lichamelijk letsel en openlijk geweld in vereniging, gepleegd op 1 augustus 2013 te Egmond aan Zee. De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer, dat blind was geraakt aan een oog. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 20 april 2015 en 11 maart 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte, die de klap had uitgedeeld. Er was onvoldoende bewijs dat de verdachte opzettelijk geweld had gepleegd tegen het slachtoffer. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 23-004317-14
Datum uitspraak: 25 maart 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 31 oktober 2014 in de strafzaak onder parketnummer 15-142744-13 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 april 2015 en 11 maart 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg op 14 januari 2014 door de politierechter en op 17 oktober 2014 na verwijzing op de voet van artikel 369, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering door de rechtbank toegelaten wijzigingen is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 1 augustus 2013 te Egmond aan Zee, gemeente Bergen (NH), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (met kracht) (met gebalde vuist) tegen het oog, althans het gelaat, van die [slachtoffer] geslagen (waardoor die [slachtoffer] op de grond is gevallen), en/of meermalen, althans eenmaal, (met kracht) heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt op/tegen het hoofd, en/of op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag), ten gevolge waarvan die [slachtoffer] blind is geraakt aan een oog, althans ernstig (blijvend) letsel aan het oog, althans zwaar lichamelijk letsel, opliep;
subsidiair:
hij op of omstreeks 1 augustus 2013 te Egmond aan Zee, gemeente Bergen (NH), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) (met gebalde vuist) tegen het oog, althans het gelaat, heeft geslagen (waardoor die [slachtoffer] op de grond is gevallen), en/of meermalen, althans eenmaal, (met kracht) heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt op/tegen het hoofd, en/of op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag), tengevolge waarvan deze [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (te weten blindheid aan een oog, althans (blijvend) ernstig letsel aan een oog), althans enig (zwaar) lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 1 augustus 2013 te Egmond aan Zee, gemeente Bergen (NH), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, de Zuiderstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) duwen en/of slaan en/of stompen en/of schoppen op/tegen/in het oog, althans het gelaat, en/of op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag),
en welk door hem gepleegd geweld zwaar lichamelijk letsel (te weten blindheid aan een oog, althans ernstig (blijvend) letsel aan een oog), althans enig (zwaar) lichamelijk letsel voor [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het Openbaar Ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder meer subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, te vervangen door 30 dagen hechtenis (de advocaat-generaal heeft mondeling ter terechtzitting in hoger beroep en in de schriftelijke vordering gevorderd dat bewezen wordt verklaard het
meer subsidiairtenlastegelegde en heeft dit gekwalificeerd als eenvoudige mishandeling. Het hof begrijpt, gelet op de eerste wijziging tenlastelegging, dat de advocaat-generaal heeft bedoeld te vorderen dat de verdachte voor het
subsidiairtenlastegelegde zal worden veroordeeld.)

Vrijspraak

Aan de hand van de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in twee instanties kan het volgende worden vastgesteld. In de vroege ochtend van 1 augustus 2013 heeft in Egmond aan Zee een schermutseling plaatsgevonden tussen de verdachte en de aangever. De tweelingbroer van de verdachte, de medeverdachte [medeverdachte], heeft zich bij deze twee mannen gevoegd en heeft op enig moment de aangever een harde klap tegen het oog gegeven. De aangever heeft verklaard dat hij, nadat hij op de grond was gevallen als gevolg van die klap, nog tweemaal tegen het lichaam is geschopt.
Naar het oordeel van het hof is geen sprake geweest van nauwe en bewuste samenwerking tussen de beide verdachten met betrekking tot de genoemde klap. Voorts wordt uit het dossier niet duidelijk dat de aangever is geschopt en zo dit wel het geval is geweest of dit per ongeluk door omstanders dan wel opzettelijk door de verdachte zou zijn gedaan. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het hem onder primair en subsidiair tenlastegelegde. Nu voor het overige evenmin met voldoende zekerheid uit het dossier kan worden afgeleid dat de verdachte in strafrechtelijke zin verwijtbaar (in vereniging) geweld heeft gepleegd jegens de aangever, dient hij naar het oordeel van het hof ook van hetgeen hem onder meer subsidiair is ten laste gelegd te worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van € 20.628,52. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.J.M.W. Paridaens, mr. A.P.M. van Rijn en mr. J.W.H.G. Loyson, in tegenwoordigheid van mr. A. Scheffens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 maart 2016.
=========================================================================
[....]