ECLI:NL:GHAMS:2015:680

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2015
Publicatiedatum
4 maart 2015
Zaaknummer
13/00151
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Prejudiciële vragen over de geldigheid van indelingsverordening nr. 1051/2009 met betrekking tot terreinvoertuigen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 februari 2015 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de indeling van All Terrain Vehicles (ATV’s) onder de gecombineerde nomenclatuur. De zaak betreft de geldigheid van de indelingsverordening nr. 1051/2009, die ATV’s indeelt onder GN-onderverdeling 8701 90 90, wat leidt tot een tariefsprong voor deze voertuigen. Belanghebbende, die bezwaar had gemaakt tegen de bindende tariefinlichtingen (BTI’s) van de inspecteur, stelt dat de indeling onder 8701 90 90 onterecht is en dat de voertuigen onder de onderverdelingen 8701 90 11, 8701 90 20 en 8701 90 25 moeten worden ingedeeld, afhankelijk van hun motorvermogen.

Het Hof heeft vastgesteld dat de ATV’s niet beschikken over een aftakas, hydraulische hefinrichting of lier, en dat de indeling onder 8701 90 90 in overeenstemming is met de verordening. Echter, het Hof heeft ook vragen over de geldigheid van de indelingsverordening aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd, omdat er twijfels zijn of de Commissie haar bevoegdheid heeft overschreden bij het vaststellen van deze verordening. Het Hof heeft de zaak geschorst totdat het Hof van Justitie uitspraak doet over de geldigheid van de verordening.

De uitspraak van het Hof is van belang voor de douaneregelgeving en de indeling van voertuigen in de nomenclatuur, en kan gevolgen hebben voor de belastingheffing op ATV’s in Nederland.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 13/00151
12 februari 2015
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende], gevestigd te[vestigingsplaats], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/1766 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane,
de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
Bij beschikkingen van 11 mei 2010 heeft de inspecteur aan belanghebbende een drietal bindende tariefinlichtingen (hierna: BTI’s) afgegeven.
1.2.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de BTI’s. Bij uitspraak van 28 februari 2012 heeft de inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard en de BTI’s gehandhaafd.
1.3.
Tegen de uitspraak op bezwaar heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 8 februari 2013 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
1.4.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen 14 maart 2013
.De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 januari 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
Belanghebbende heeft op 28 april 2010 BTI’s aangevraagd voor drie modellen “All Terrain Vehicles” van het merk [naam] (hierna: ATV’s). De aanvragen betreffen de modellen [nummer] 4x4, [nummer] 4x4 en[nummer] 4x4. Belanghebbende heeft in haar aanvraag verzocht om indeling onder respectievelijk de onderverdelingen 8701 90 11, 8701 90 20 en 8701 90 25 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna; GN).
2.2.
De inspecteur heeft voor genoemde modellen ATV’s op 11 mei 2010 BTI’s afgegeven onder respectievelijk de nummers [nummer], [nummer] en [nummer], waarbij de goederen telkens zijn ingedeeld onder GN-onderverdeling 8701 90 90.
2.3.
De ATV’s zijn vierwielige motorvoertuigen voor gebruik in moeilijk begaanbaar of geaccidenteerd terrein. Zij beschikken over de volgende technische kenmerken:
[nummer]
[nummer]
[nummer]
zuigermotor met vonkontsteking
Ja, lucht-gekoeld
Ja, vloeistof gekoeld
Ja, vloeistof gekoeld
vermogen
15,7 Kwh/
7000 tpm
30,9 Kwh/ 6500 tpm
37,1 Kwh/
6500 tpm
leeg gewicht
274,5 kg
273 kg
275 kg
aantal zitplaatsen
1
1
1
stuurmechanisme dat gebaseerd is op het Ackerman-principe en bediend wordt met behulp van een stuurstang
Ja
Ja
Ja
remmen op de voor- en achterwielen,
Ja
Ja
Ja
automatische koppeling en een achteruitversnelling
Ja
Ja
Ja
motor die speciaal is ontworpen voor gebruik op moeilijk terrein en bij lage versnelling voldoende trekkracht kan leveren
Ja
Ja
Ja
aangedreven as
Achteras
en 4x4
(inschakelbaar)
Achteras
en 4x4
(inschakelbaar)
Achteras
en 4x4
(inschakelbaar)
banden met een geschikt profiel voor gebruik in het terrein,
Ja
Ja
Ja
trekoog
Ja
Ja
Ja
trekvermogen (ongeremd)
620 kg
567 kg
567 kg
trekvermogen (geremd)
1028 kg
1096 kg
1098 kg
De voertuigen zijn uitgerust met aandrijfassen. Zij beschikken over een traploze versnellingsbak (Continu Variabele Transmissie), zijn geschikt om door één persoon te worden bereden en hebben een trekoog voor het trekken van aanhangers. De voertuigen zijn niet voorzien van een aftakas, hydraulische hefinrichting of een lier.

3.Historie

3.1.
Belanghebbende heeft reeds tweemaal eerder geprocedeerd over de tariefindeling van een aantal soortgelijke voertuigen en één identiek voertuig.
3.2.
Aanleiding voor de eerste procedure vormde een in opdracht van belanghebbende in 1992 gedane invoeraangifte, waarbij de douane de aangegeven tariefpost corrigeerde in post 8703 21 10 (voertuigen ontworpen voor personenvervoer). De Tariefcommissie, destijds bevoegd om in eerste en tevens hoogste instantie een oordeel uit te spreken in tariefgeschillen, heeft in haar uitspraak van 10 maart 1995, nr. 13 013 (UTC 1995/39) geoordeeld dat de [naam] ATV’s van de typen [nummer],[nummer] en [nummer] moeten worden ingedeeld onder post 8701 90 11 (landbouwtractors en tractors voor bosbouw, op wielen, nieuwe, met een motorvermogen van niet meer dan 18 kW).
3.3.
Op 28 april 1995 heeft de Nederlandse douane aan belanghebbende vier BTI’s verstrekt waarbij voormelde voertuigen overeenkomstig de uitspraak van de Tariefcommissie zijn ingedeeld in GN-onderverdeling 8701 90 11. Deze BTI’s hebben op 28 april 2001 hun geldigheid verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn van zes jaar.
3.4.
Op 20 juni 2001 heeft belanghebbende bij de inspecteur acht BTI aanvraagformulieren ingediend voor acht typen ATV’s, waaronder het type [nummer] 4x4, onder vermelding van de beoogde indeling onder de tariefposten 8701 90 11 of 8701 90 20, naargelang het vermogen van de motoren van de desbetreffende ATV’s lager of gelijk aan 18 kW was dan wel hoger lag.
3.5.
Op 21 augustus 2001 heeft de inspecteur acht BTI’s verstrekt waarbij alle ATV’s werden ingedeeld in GN-postonderverdeling 8703 21 10 voor ‘nieuwe automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer, met een cilinderinhoud van niet meer dan 1 000 cm³’.
3.6.
Op 14 maart 2002 heeft belanghebbende bij het Gerechtshof Amsterdam beroep ingesteld tegen het besluit van de inspecteur houdende afwijzing van het bezwaar dat tegen de onder 3.5 genoemde BTI’s was ingediend. In het kader van deze procedure beriep de inspecteur zich ter rechtvaardiging van de door hem voorgestane indeling op punt 5 van de bijlage bij Verordening (EG) Nr. 2518/98 van de Commissie van 23 november 1998 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur.
3.7.
In zijn uitspraak van 28 december 2004, 02/1399 DK, ECLI:NL:GHAMS:2004:AS3477, heeft het Gerechtshof Amsterdam de volgende prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie):
1. Is Verordening (EG) nr. 2518/98 van de Commissie van 23 november 1998 (Pb EG L 315) tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur geldig, voorzover de onder punt 5 van de bijlage omschreven nieuwe, vierwielige terreinvoertuigen worden ingedeeld als een voertuig ontworpen voor personenvervoer als bedoeld in post 8703 21 van het GDT?
2. Indien de verordening ongeldig is, kan het GDT dan zo worden uitgelegd dat de onderhavige goederen kunnen worden ingedeeld onder één der onderverdelingen van post 8701 90 van het GDT?
3.8.
In zijn arrest van 27 april 2006, zaak C-15/05, Kawasaki Motors Europe NV, ECLI:EU:C:2006:259, heeft het Hof van Justitie voor recht verklaard:
1) Punt 5 van de tabel in de bijlage bij verordening (EG) nr. 2518/98 van de Commissie van 23 november 1998 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur, is ongeldig voorzover er daarin voor de in postonderverdeling 8703 21 10 van de gecombineerde nomenclatuur omschreven voertuigen – anders dan het geval is in het indelingsadvies van 1999 van het Comité voor het geharmoniseerde systeem – van wordt uitgegaan dat zij geschikt zijn om lasten van ten minste drie keer hun eigen gewicht te trekken, waardoor de draagwijdte van de post voor voertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer wordt uitgebreid.
2) Nieuwe, vierwielige terreinvoertuigen uitgerust met één zitplaats, met een besturing van het Ackerman-type welke middels handgrepen wordt bediend, met een trekoog, en met zodanige technische kenmerken dat zij ten minste twee keer hun eigen gewicht kunnen verplaatsen, moeten onder post 8701 90 van deze nomenclatuur worden ingedeeld. Het staat aan het Gerechtshof te Amsterdam om die voertuigen in te delen onder de postonderverdelingen die overeenkomen met hun motorvermogen.
3.9.
In zijn uitspraak van 6 maart 2007 heeft het Gerechtshof Amsterdam de onder 3.5 genoemde BTI’s vernietigd, onder verwijzing naar het onder 3.8 aangehaalde arrest van het Hof van Justitie.
3.10.
Op 12 januari 2009 heeft de inspecteur, naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie, nieuwe BTI’s afgegeven met vermelding van GN-onderverdeling 8701 90 11 (landbouwtractors en tractors voor de bosbouw, op wielen, nieuwe, met een vermogen van niet meer dan 18 kW), dan wel 8701 90 20 (landbouwtractors en tractors voor de bosbouw, op wielen, nieuwe, met een vermogen van meer dan 18 kW doch niet meer dan 37 kW), naar gelang van het motorvermogen van de desbetreffende ATV.
3.11.
Bij brief van 3 december 2009 heeft de inspecteur belanghebbende bericht dat laatstgenoemde BTI’s met ingang van 28 november 2009 hun geldigheid hebben verloren als gevolg van de publicatie van Verordening (EG) nr. 1051/2009 van de Commissie van 3 november 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de nomenclatuur (hierna: Verordening 1051/2009).
3.12.
Op 28 april 2010 heeft belanghebbende nieuwe BTI’s aangevraagd voor de drie modellen ATV’s die op dat moment nog in het vrije verkeer worden gebracht. Hierop heeft de inspecteur de onder 2.2 genoemde BTI’s afgegeven, waarin GN-onderverdeling 8701 90 90 (andere) is vermeld.

4.Geschil in hoger beroep

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat indeling dient plaats te vinden in onderverdeling 8701 90 van het Geharmoniseerd Systeem.
4.2.
Partijen houdt verdeeld of de ATV’s dienen te worden ingedeeld onder GN-onderverdeling 8701 90 90, zoals de inspecteur voorstaat, dan wel –naar gelang van het motorvermogen – onder de GN-onderverdelingen 8701 90 11, 8701 90 20 en 8701 90 25, zoals belanghebbende bepleit.
4.3.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.

5.Relevante wet- en regelgeving

Post 8701 van de GN
8701 Tractors (trekkers), andere dan die bedoeld bij post 8709:
(…)
8701 90 – andere:
– – landbouwtractors en tractors voor de bosbouw (met uitzondering van motoculteurs), op wielen:
– – – nieuwe, met een motorvermogen:
8701 90 11 – – – – van niet meer dan 18 kW ……………………………… vrij
8701 90 20 – – – – van meer dan 18 kW doch niet meer dan 37 kW……… vrij
8701 90 25 – – – – van meer dan 37 kW doch niet meer dan 59 kW……… vrij
8701 90 31 – – – – van meer dan 59 kW doch niet meer dan 75 kW……… vrij
8701 90 35 – – – – van meer dan 75 kW doch niet meer dan 90 kW…….... vrij
8701 90 39 – – – – van meer dan 90 kW ………………………………….. vrij
8701 90 50 – – – gebruikte ………………………………………………... vrij
8701 90 90 – – andere ……………………………………………………… 7
GN-toelichting
8701 90 11 t/m 8701 90 90 - andere
Deze onderverdelingen omvatten zogenaamde „terreinvoertuigen”, die ontworpen zijn om te worden gebruikt als tractor (trekker), met de volgende eigenschappen:
– één zitplaats voor de bestuurder; het voertuig is niet ontworpen om andere personen te vervoeren;
– een stuur met twee handgrepen waarop de bedieningselementen zijn gemonteerd; de besturing gebeurt door draaien van de twee voorwielen en is gebaseerd op het besturingssysteem van auto's (het Ackerman-principe);
– remmen op alle wielen;
– een automatische koppeling en een achteruitversnelling;
– een motor die speciaal is ontworpen voor gebruik op moeilijk terrein en die bij een lage versnelling voldoende trekkracht kan leveren voor het trekken van aangekoppelde uitrusting;
– de wielen worden aangedreven met aandrijfassen en niet met een ketting;
– de banden hebben een diep profiel voor gebruik op ruw terrein;
– een of andere koppelinrichting, bijvoorbeeld een trekhaak, ontworpen om het voertuig ten minste twee keer het eigen leeg gewicht te laten trekken of duwen;
– een trekvermogen van een niet geremde aanhangwagen van tweemaal het eigen leeg gewicht of meer.
Indien de voertuigen aan alle voornoemde eigenschappen voldoen en in overeenstemming zijn met de toelichtingen op de onderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 50, moeten zij worden ingedeeld als landbouwtractors of tractors voor de bosbouw. Zo niet worden zij ingedeeld onder onderverdeling 8701 90 90.
(…)
8701 90 11 t/m 8701 90 50 - landbouwtractors en tractors voor de bosbouw (met uitzondering van motoculteurs), op wielen
Tot deze onderverdelingen behoren tractors met drie of meer wielen, die zodanig gebouwd en uitgerust zijn dat zij kennelijk bestemd zijn om te worden gebruikt in landbouw-, tuinbouw- of bosbouwbedrijven.
Deze voertuigen hebben in het algemeen een maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/u. De motor kan maximale trekkracht leveren, bijvoorbeeld bij gebruik van een sperdifferentieel.
De banden hebben een diep profiel voor gebruik voor landbouw-, tuinbouw- of bosbouwdoeleinden.
Landbouwtractors zijn gewoonlijk voorzien van een hydraulische uitrusting voor het heffen en neerlaten van landbouwwerktuigen (eggen, ploegen, enz.), van een aftakas voor het aandrijven van andere machines of werktuigen en van een koppelingsinrichting voor aanhangwagens. Zij kunnen ook voorzien zijn van een hydraulische uitrusting voor het doen functioneren van hef- of transportwerktuigen (hooiladers, stalmestladers, enz.), voor zover deze werkzaamheden als bijkomstig zijn aan te merken.
(…)
Tractors voor de bosbouw kenmerken zich met name door de aanwezigheid van een vaste lier, waarmee gevelde bomen kunnen worden weggesleept.
Overeenkomstig aantekening 2 op dit hoofdstuk mogen tractors van deze onderverdelingen ook zijn voorzien van een bergplaats of laadplaats voor het vervoer van landbouw- of bosbouwmachines, gereedschap, meststoffen, zaad, enz., mits dit vervoer verband houdt met het voornaamste gebruik van de tractor. (…)”
Verordening (EG) nr. 1051/2009
Bijlage
Omschrijving
Indeling
(GN-code)
Motivering
(1)
(2)
(3)
1. Een nieuw vierwielig voertuig (zogenaamd „terreinvoertuig”) met een zuigermotor met vonkontsteking en een vermogen van ongeveer 15 kW, en een leeg gewicht ongeveer 310 kg.
Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
— één zitplaats met een lengte van ongeveer 600 mm, alleen voor de bestuurder,
— een stuurmechanisme dat gebaseerd is op het Ackerman-principe en bediend wordt met behulp van een stuurstang,
— remmen op de voor- en achterwielen,
— een automatische koppeling en een achteruitversnelling,
— een motor die speciaal is ontworpen voor gebruik op moeilijk terrein en bij lage versnelling voldoende trekkracht kan leveren,
— aandrijving van de achterwielen met aandrijfassen,
— banden met een diep profiel voor gebruik in het terrein,
— een gat met bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van diverse koppelingsinrichtingen,
— een trekvermogen van ongeveer 1 170 kg (niet-geremd), en
— een vaste lier, waarmee boomstammen kunnen worden weggesleept.
Het voertuig is hoofdzakelijk gebouwd voor het uitvoeren van werkzaamheden in de bosbouw.
De diverse koppelingsinrichtingen worden samen met het voertuig aangeboden
8701 90 11
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 bij hoofdstuk 87, en de tekst van de GN-codes 8701, 8701 90 en 8701 90 11
Aangezien het voertuig is uitgerust met een gat met bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van diverse koppelingsinrichtingen en aandrijving van de wielen met aandrijfassen, is het bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden op moeilijk terrein en voor het trekken of duwen van andere voertuigen, werktuigen of lasten (aantekening 2 bij hoofdstuk 87)
Indeling onder post 8703 is uitgesloten aangezien het voertuig voldoet aan de definitie van aantekening 2 bij hoofdstuk 87 en minstens tweemaal zijn eigen leeg gewicht kan trekken of duwen (niet-geremd) (zie ook de toelichtingen op onderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 90)
De lier geeft het voertuig het karakter van een bosbouwtractor (zie ook de toelichtingen op onderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 50)
Bijgevolg moet het voertuig worden ingedeeld onder GN-code 8701 90 11
2. Een nieuw vierwielig voertuig (zogenaamd „terreinvoertuig”) met een zuigermotor met vonkontsteking en een vermogen van ongeveer 15 kW, en een leeg gewicht ongeveer 310 kg.
Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
— één zitplaats met een lengte van ongeveer 600 mm, alleen voor de bestuurder,
— een stuurmechanisme dat gebaseerd is op het Ackerman-principe en bediend wordt met behulp van een stuurstang,
— remmen op de voor- en achterwielen, — een automatische koppeling en een achteruitversnelling, — een motor die speciaal is ontworpen voor gebruik op moeilijk terrein en bij lage versnelling voldoende trekkracht kan leveren,
— aandrijving van de achterwielen met aandrijfassen,
— banden met een geschikt profiel voor gebruik in het terrein,
— een gat met bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van diverse koppelingsinrichtingen, en — een trekvermogen van ongeveer 1 170 kg (niet-geremd).
De diverse koppelingsinrichtingen worden samen met het voertuig aangeboden
8701 90 90
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 bij hoofdstuk 87, en de tekst van de GN-codes 8701, 8701 90 en 8701 90 90
Aangezien het voertuig is uitgerust met een gat met bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van diverse koppelingsinrichtingen en aandrijving van de wielen met aandrijfassen, is het bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden op moeilijke terreinen en voor het trekken of duwen van andere voertuigen, inrichtingen of lasten (aantekening 2 bij hoofdstuk 87)
Indeling onder post 8703 is uitgesloten aangezien het voertuig voldoet aan de definitie van aantekening 2 bij hoofdstuk 87 en minstens tweemaal zijn eigen leeg gewicht kan trekken of duwen (niet-geremd) (zie ook de toelichtingen op onderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 90)
Indeling als landbouwtractor of bosbouwtractor is uitgesloten aangezien het voertuig geen aftakas, hydraulische hefinrichting, noch lier heeft (zie ook de toelichtingen op onderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 50)
Bijgevolg moet het voertuig worden ingedeeld onder GN-code 8701 90 90

6.Beoordeling van het geschil

6.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de ATV’s niet identiek zijn aan de ATV beschreven in punt 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1051/2009 van de Commissie van 3 november 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (hierna: verordening 1051/2009), maar dat zij daarmee wel vergelijkbaar zijn, zodat de inspecteur gehouden is deze verordening naar analogie toe te passen (HvJ EU 4 maart 2004, C-130/02, Krings GmbH). Met toepassing van genoemde verordening dient indeling plaats te vinden onder onderverdeling 8701 90 90 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN), omdat de ATV’s niet beschikken over een aftakas, hydraulische hefinrichting of lier. Het Hof zal partijen hierin volgen, nu dit standpunt geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en gesteund wordt door de feiten.
6.2.
Belanghebbende is van mening dat verordening 1051/2009 niet geldig is. Het Hof overweegt ter zake als volgt.
6.3.
In antwoord op de vraag:
2. (…) kan het GDT dan zo worden uitgelegd dat de onderhavige goederen kunnen worden ingedeeld onder één der onderverdelingen van post 8701 90 van het GDT?
heeft het Hof van Justitie in zijn arrest van 27 april 2006 in zaak C-15/05 (zie 3.8) voor een achttal ATV’s van belanghebbende, waaronder de ATV van het type [nummer] 4x4 die (mede) het onderwerp vormt van de onderwerpelijke procedure, voor recht verklaard:
2) Nieuwe, vierwielige terreinvoertuigen uitgerust met één zitplaats, met een besturing van het Ackerman-type welke middels handgrepen wordt bediend, met een trekoog, en met zodanige technische kenmerken dat zij ten minste twee keer hun eigen gewicht kunnen verplaatsen, moeten onder post 8701 90 van deze nomenclatuur worden ingedeeld. Het staat aan het Gerechtshof te Amsterdam om die voertuigen in te delen onder de postonderverdelingen die overeenkomen met hun motorvermogen.
Uit de verwijzing naar ‘de postonderverdelingen die overeenkomen met hun motorvermogen’ leidt het Hof af dat het Hof van Justitie de ATV’s kwalificeert als ‘landbouwtractors en tractors voor de bosbouw’, daar enkel voor deze categorie tractors in de GN is voorzien in nadere postonderverdelingen naar motorvermogen (8701 90 11 t/m 8701 90 39).
6.4.
Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie volgt dat de uitlegging die het Hof van Justitie bij wijze van prejudiciële beslissing geeft van een voorschrift van Unierecht, de betekenis en strekking van dat voorschrift verklaart en preciseert zoals het sedert het tijdstip van zijn inwerkingtreding moet of had moeten worden verstaan en toegepast (HvJ EU 27 maart 1980, gevoegde zaken 66, 127 en 128/79, Salumi I, Jurispr. 1980, blz. 1237). Hieruit volgt dat ATV’s als de onderwerpelijke reeds sinds de inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (Pb L 256, blz 1, hierna: Verordening 2658/87) hadden moeten worden ingedeeld onder de postonderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 39 van de GN, naar gelang van hun motorvermogen, daar de GN, althans voor zover het de onderverdelingen van 8701 90 betreft, nimmer is gewijzigd.
6.5.
Door ATV’s die niet zijn uitgerust met een aftakas, hydraulische hefinrichting of lier in te delen onder onderverdeling 8701 90 90 (7%), heeft verordening 1051/2009 geleid tot een tariefsprong voor de ATV’s van belanghebbende, die tot op het tijdstip van inwerkingtreding van verordening 1051/2009 werden ingedeeld onder de postonderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 39 (vrij) van de GN. Ter motivering van haar standpunt dat de aanwezigheid van een aftakas, hydraulische hefinrichting of lier een noodzakelijke voorwaarde vormt voor indeling van ATV’s onder de postonderverdelingen 8701 90 11 t/m 8701 90 50 verwijst de Commissie (mede) naar de toelichtingen op deze postonderverdelingen. In deze toelichtingen is weliswaar bepaald dat ‘tractors voor de bosbouw’ zich met name kenmerken door de aanwezigheid van een vaste lier, maar is ten aanzien van ‘landbouwtractors’ enkel bepaald dat deze ‘gewoonlijk’ zijn voorzien van een hydraulische hefinrichting en een aftakas. Laatstgenoemde formulering sluit niet uit dat voor de indeling in de GN ook ATV’s zonder hydraulische hefinrichting en aftakas als landbouwtractors worden aangemerkt.
6.6.
Artikel 9, eerste lid, onder a, van Verordening 2658/87 machtigt de Europese Commissie om de inhoud van een tariefpost te verduidelijken, doch niet om deze te wijzigen. Gelet op het vorenoverwogene rijst de vraag of de Europese Commissie, met het bepaalde in verordening 1051/2009 – waaruit volgt dat ATV’s als de onderwerpelijke dienen te worden ingedeeld onder GN-onderverdeling 8701 90 90 – haar door artikel 9, eerste lid, onder a, van Verordening 2658/87 gegeven bevoegdheid heeft overschreden, zodat deze verordening ongeldig is. Het Hof is evenwel niet bevoegd zelf een uitspraak te doen over de geldigheid van de indelingsverordening.
6.7.
Gelet op het voorgaande zal het Hof op de voet van artikel 267 VWEU een vraag voorleggen aan het Hof van Justitie met betrekking tot de geldigheid van verordening 1051/2009.

7.De beslissing

7.1.
Het Gerechtshof Amsterdam verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak te doen over de volgende vraag:
“Is Verordening (EG) nr. 1051/2009 van de Commissie van 3 november 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de nomenclatuur, geldig ?”
7.2.
Het Hof houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie uitspraak zal hebben gedaan over deze vraag.
Aldus vastgesteld door mrs. B.A. van Brummelen, voorzitter van de douanekamer, E.M. Vrouwenvelder en D.B. Bijl, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van mr. S.K. Grando als griffier. De beslissing is op 12 februari 2015 in het openbaar uitgesproken.