ECLI:NL:GHAMS:2015:5808

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
20 juli 2016
Zaaknummer
13/751072-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van overleveringsdetentie en hoger beroep tegen verlenging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1983, die zich op dat moment in de overleveringsdetentie bevond in het huis van bewaring te Zwaag. De zaak betreft een beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 april 2015, waarin het bevel tot verlenging van de overleveringsdetentie werd gegeven en het verzoek tot schorsing van deze detentie werd afgewezen. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank bekeken en gehoord de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door zijn raadsman.

Het hof overweegt dat, op basis van artikel 34 van de Overleveringswet (OLW), de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat er geen hoger beroep openstaat tegen een bevel tot verlenging van de gevangenhouding van een opgeëiste persoon. Daarnaast is het hof van oordeel dat schorsing van de overleveringsdetentie alleen mogelijk is zolang er nog geen rechterlijke beslissing is genomen over de overlevering, zoals bepaald in artikel 64 OLW. Het hof concludeert dat er in dit geval geen sprake is van een exceptioneel geval dat een schorsing rechtvaardigt, vooral gezien de korte duur van de detentie.

De beslissing van het hof is dat de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep tegen de verlenging van de overleveringsdetentie en dat het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie wordt afgewezen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de opgeëiste persoon.

Uitspraak

13/751072-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1983,
wonende te zonder bekende woon - of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam, internationale rechtshulpkamer, van 23 april 2015, houdende bevel tot verlenging van zijn overleveringsdetentie en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 23 april 2015, waarbij namens de opgeëiste persoon hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon en heeft gehoord de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Voor zover het beroep is gericht tegen het bevel tot verlenging van zijn overleveringsdetentie overweegt het hof als volgt.
Gelet op het bepaalde in artikel 34 van de Overleveringswet (OLW), is het hof van oordeel dat de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu tegen een bevel tot (verlenging van de) gevangenhouding van een opgeëiste persoon geen hoger beroep openstaat.
Met betrekking tot het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie overweegt het hof als volgt.
Gelet op artikel 64 OLW is een schorsing van de overleveringsdetentie alleen mogelijk zolang er nog geen rechterlijke beslissing is genomen over het toestaan van de overlevering. Deze regel lijdt slechts uitzondering indien zich een exceptioneel geval voordoet, waarbij sprake is van een dreigende schending van de rechten gewaarborgd in artikel 5 EVRM. Het hof is van oordeel dat van een dergelijk geval in casu geen sprake is, mede gelet op de korte duur dat de opgeëiste persoon zich in Nederland in overleveringsdetentie heeft bevonden.
13/751072-15

De beslissing

Het hof:
VERKLAART de opgeëiste persoon niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover gericht tegen de verlenging van de overleveringsdetentie;
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie.
Deze beschikking is gegeven op 13 mei 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en J.W.H.G. Loyson, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de opgeëiste persoon.
Amsterdam, 13 mei 2015,
de advocaat-generaal