ECLI:NL:GHAMS:2015:5794
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen gevangenhouding en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1991 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 25 maart 2015 een bevel tot gevangenhouding had gegeven en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.S. Rozenbeek, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep in zijn geheel beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de gronden voor de afwijzing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, met uitzondering van de onderzoeksgrond, juist zijn. Het hof voegt daaraan toe dat, gelet op de ernst van het feit en de justitiële documentatie van de verdachte, de omstandigheid als bedoeld in artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing is. De verdachte was aangetroffen op het dak van een restaurant, wat ernstige bezwaren met zich meebrengt.
Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er geen reclasseringsrapport met concrete schorsingsvoorwaarden was, waardoor het recidivegevaar niet voldoende kon worden beoordeeld. Het hof overweegt dat er mogelijkheden zijn voor behandeling en elektronisch toezicht, maar zonder de benodigde rapportage kan het verzoek niet worden ingewilligd. De beslissing van het hof is om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen.