ECLI:NL:GHAMS:2015:57
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van aandelenleaseovereenkomsten op grond van art. 1:88 en 1:89 BW door echtgenote; verwerping beroep op verjaring door Dexia
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van aandelenleaseovereenkomsten. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.B. Maliepaard, heeft de vernietiging van de leaseovereenkomsten ingeroepen op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. Dexia Nederland B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, heeft zich verzet tegen deze vernietiging en een beroep gedaan op verjaring. Het hof heeft geoordeeld dat het beroep van Dexia op verjaring niet kan slagen, omdat de appellant voldoende heeft aangetoond dat hij de stelling van Dexia dat het vernietigingsrecht is verjaard, heeft weersproken. Het hof heeft vastgesteld dat de echtgenote van de appellant, [X], schriftelijk toestemming heeft gegeven voor de verlenging van een van de leaseovereenkomsten, wat betekent dat zij niet kan stellen dat zij niet op de hoogte was van de inhoud van de overeenkomst. Het hof heeft geconcludeerd dat de vernietiging van de leaseovereenkomsten doel heeft getroffen, met uitzondering van de eerste overeenkomst, waarvoor de appellant nog een bedrag aan Dexia verschuldigd is. Dexia is veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen de appellant op basis van de vernietigde overeenkomsten heeft betaald, verminderd met de voordelen die hij heeft ontvangen. De kosten van de procedure zijn voor Dexia, die in overwegende mate in het ongelijk is gesteld.