ECLI:NL:GHAMS:2015:5466
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep tegen wrakingsbeslissing met wrakingsverbod
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een wrakingsbeslissing. Het hoger beroep was ingediend door [X], wonend te [woonplaats], tegen een beslissing van de wrakingskamer van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, die op 17 november 2015 had bepaald dat een volgend verzoek tot wraking niet meer in behandeling zou worden genomen. Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift op 26 november 2015 was ingediend en doorgeleid naar de wrakingskamer. De wrakingskamer heeft in haar beoordeling aangegeven dat op grond van artikel 37 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet leden van de kamer voor gerechtsdeurwaarders gewraakt kunnen worden indien er feiten of omstandigheden zijn die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Tevens is opgemerkt dat tegen de beslissing van de wrakingskamer geen rechtsmiddel openstaat, zoals bepaald in artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor is [X] kennelijk niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep verklaard. Het hof heeft besloten geen mondelinge behandeling van het hoger beroep te houden, aangezien de ontvankelijkheid al vaststond. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.