ECLI:NL:GHAMS:2015:5464
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep tegen wrakingsbeslissing met wrakingsverbod
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een wrakingsbeslissing. Het hoger beroep was ingediend door [X], wonend te [woonplaats], tegen een beslissing van de wrakingskamer van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. De wrakingskamer had op 19 november 2015 bepaald dat een volgend verzoek tot wraking gericht tegen tuchtrechters, belast met de behandeling van een geregistreerd verzet, niet meer in behandeling zou worden genomen. Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift op 15 december 2015 was ingediend en doorgeleid naar de wrakingskamer.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling aangegeven dat op grond van artikel 37 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet leden van de kamer voor gerechtsdeurwaarders gewraakt kunnen worden indien er feiten of omstandigheden zijn die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Tevens is artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing, waaruit blijkt dat tegen de beslissing van de wrakingskamer geen rechtsmiddel openstaat. Dit betekent dat [X] niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep.
Het hof heeft verder opgemerkt dat, hoewel [X] niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, de beslissing op het wrakingsverzoek in een eventueel hoger beroep in de hoofdzaak ter discussie kan worden gesteld. Ook kan er in hoger beroep geklaagd worden over een gebrek in de rechterlijke onpartijdigheid in eerste aanleg. Aangezien [X] niet-ontvankelijk is, is er geen mondelinge behandeling van het hoger beroep bepaald, en komt het hof niet toe aan een inhoudelijke behandeling van het beroepschrift. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.