ECLI:NL:GHAMS:2015:5261
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens onvoldoende gelegenheid tot toelichting door de voorzitter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 december 2015 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, die zich niet voldoende gehoord voelde tijdens een zitting op 9 oktober 2015 in een familiezaak. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat P.M.J. Graus, verzocht om wraking van de voorzitter, mr. C.M. Warnaar, omdat hij meende dat deze hem geen (voldoende) gelegenheid had gegeven om zijn standpunt toe te lichten. Het verzoek tot wraking werd ingediend tijdens een besloten zitting van het Gerechtshof Den Haag, waar de hoofdzaak werd behandeld. De wrakingskamer van het Gerechtshof Den Haag verwees het verzoek naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.
Tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 25 november 2015 heeft verzoeker zijn gronden nader toegelicht. Hij stelde dat de voorzitter hem kort hield en dat hij niet in staat was om zijn standpunten volledig naar voren te brengen. De voorzitter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat zij geen blijk heeft gegeven van partijdigheid en dat verzoeker voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt toe te lichten. De wrakingskamer heeft de gang van zaken tijdens de zitting van 9 oktober 2015 onderzocht aan de hand van het proces-verbaal en de verklaringen van verzoeker en de voorzitter.
De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker inderdaad voldoende gelegenheid heeft gekregen om zijn standpunt toe te lichten en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid van de voorzitter. De voorzitter had de zitting geleid volgens de gebruikelijke procedures en had verzoeker de kans gegeven om zijn standpunt te verduidelijken. De wrakingskamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de voorzitter in twijfel trokken. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen.