3.1Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
( i) [appellant sub 1] is op 29 juni 2001 twee leaseovereenkomsten aangegaan met (de rechtsvoorgangster) van Dexia Bank Nederland N.V. (hierna: Dexia) en heeft uit dien hoofde in totaal een bedrag van € 8.720,64 aan termijnbetalingen aan Dexia betaald.
( ii) [appellante sub 2] heeft aan [appellant sub 1] , met wie zij ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten was gehuwd, geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de overeenkomsten. Zij heeft bij brief van 25 maart 2003 ex art. 1:88 en 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de overeenkomsten en terugbetaling gevorderd van de termijnbetalingen binnen een termijn van 14 dagen.
( iii) Dexia heeft geweigerd om aan de vernietiging gevolg te geven en aan het verzoek tot terugbetaling van de termijnbetalingen te voldoen. Op 28 juni 2004 heeft Dexia voor de leaseovereenkomsten een eindafrekening opgesteld volgens welke [appellant sub 1] per overeenkomst nog € 12.120,84 verschuldigd was. [appellant sub 1] heeft deze eindafrekeningen niet voldaan.
( iv) Bij beschikking van 25 januari 2007, NJ 2007 2007/427, ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ7033 heeft dit hof de op 8 mei 2006 door Dexia en enige belangenorganisaties gesloten overeenkomst (hierna: de WCAM-overeenkomst, ook wel de Duisenbergregeling) algemeen verbindend verklaard voor alle personen die met Dexia een effectenlease-overeenkomst zijn aangegaan, nader gedefinieerd in artikel 2 van de Duisenbergregeling als de ‘Gerechtigden’. ( v) Gerechtigden die niet aan de Duisenbergregeling gebonden wilden zijn, dienden vóór 1 augustus 2007 bij notaris mr. J.R.E. Kielstra te Den Haag een daartoe strekkende verklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 BW af te leggen (hierna: de opt-out-verklaring).
( vi) Op 31 mei 2007 hebben [appellanten] telefonisch contact opgenomen met Leaseproces over hun geschil met Dexia. Het telefoongesprek heeft plaatsgevonden met de heer [A] (hierna: [A] ) van Leaseproces.
- vii) Leaseproces heeft per brief aan [appellanten] van 31 mei 2007 dat telefoongesprek bevestigd, alsmede de daarbij gemaakte afspraak voor een zogenoemd inbelgesprek op 19 juni 2007, met het verzoek om ter voorbereiding van dat gesprek kopieën toe te sturen van een aantal documenten die op een bijgesloten formulier zijn vermeld. Voorts bevat de brief informatie over de kosten van een op te starten procedure.
- viii) Bij brief van 15 juni 2007 heeft [appellant sub 1] de gevraagde documenten aan Leaseproces toegezonden.
( ix) Leaseproces heeft die documenten ontvangen. De originele documenten heeft zij gescand en bij brief van 18 juni 2007 aan [appellanten] retour gezonden.
( x) Op 19 juni 2007 heeft het inbelgesprek plaatsgevonden tussen [appellant sub 1] en mevrouw. [B] van Leaseproces (hierna: [B] ).
( xi) Op 21 juni 2007 heeft Leaseproces aan [appellanten] een brief met bijlagen toegestuurd, ondertekend door [B] , waarin onder meer staat:
Naar aanleiding van ons telefoongesprek van 19 juni 2007, ontvangt u hierbij de volgende stukken:
Kopie van onze brief van heden aan Dexia;
Volmacht;
Opt-out volmacht;
Algemene offerte in tweevoud;
Antwoordenveloppen.
Wij willen u verzoeken de meegezonden formulieren in te vullen en deze naar Leaseproces toe te sturen. U kunt daarbij gebruik maken van de meegezonden antwoordenvelop.
( xii) [B] is tot en met 30 juni 2007 in dienst geweest bij Leaseproces en 22 juni 2007 was haar laatste werkdag.
( xiii) Op 10 juli 2007 hebben [appellanten] de in de brief van 21 juli 2007 meegezonden documenten - ingevuld en ondertekend - aangetekend verzonden met handtekening retour. Het poststuk is op 11 juli 2007 door TNT-Post bezorgd bij Dexia, waar een medewerker van de postkamer voor ontvangst heeft getekend. [appellanten] hebben een vensterenvelop ontvangen met daarin de handtekening-retourkaart waarop het stempel van Dexia en een handtekening staat.
( xiv) Door of namens [appellant sub 1] is voor of op 31 juli 2007 bij notaris Kielstra niet een opt-out verklaring ingediend.
( xv) [appellant sub 1] heeft van Varde een brief ontvangen, gedateerd 10 januari 2008, waarin Varde hem meedeelt dat Dexia haar vordering op [appellant sub 1] uit hoofde van de Duisenbergregeling aan Varde heeft gecedeerd. Varde heeft in een afzonderlijke procedure [appellant sub 1] aangesproken tot betaling van de aan haar gecedeerde vordering uit hoofde van de Duisenbergregeling .