Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven I tot en met IIIgericht, waarbij de derde grief een uitwerking is van het standpunt van [appellant] dat hij slechts in opdracht van VWK heeft gewerkt. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
vastetarieven in plaats van op uurbasis voort te zetten, waarmee [appellant] akkoord is gegaan;
[E] , [F] en [G][hof: (oud) werknemers van K.E.G.]
hebben contact met ons opgenomen en omdat wij geen werk meer hadden hebben zij ons werk gegeven. (…) Niemand van KEG heeft rechtstreeks contact gehad met [appellant] , dat is gegaan via [Y] en [A] ”;
op u vraag of [appellant] rechtstreeks voor ons gewerkt heeft.
Ik en [appellant] Electro werkten in november en december 2011 in opdracht van VWK Infra. “VWK Infra stond onder supervisie van KEG Infra.” Opdrachtnemers van VWK Infra mochten geen directe opdrachten van KEG Infra aannemen. “Ik en [appellant] Electro werkten direct voor VWK Infra.”
(…) Ik hoefde geen urenlijsten/werkbonnen in te vullen. (…) Er werd niet gewerkt met urenlijsten of werkbonnen. Ik heb diverse malen aan VWK Infra gevraagd of urenlijsten ingevuld moesten worden. VWK Infra gaf aan dat dit niet hoefde.”;
grief V, is een zogenaamde veeggrief die geen afzonderlijke behandeling behoeft.