Door getuige [C] , werknemer van [appellante] , is het volgende verklaard:
"(...) Ik heb een schriftelijke verklaring afgelegd dat is productie 14 bij memorie van grieven. Die verklaring heb ik zelf opgesteld en daarbij heb ik documenten geraadpleegd. In die verklaring staat de waarheid.
(...) Op 3 november 2008 kreeg ik een tekening van een woonhuis, die kennelijk door de potentiële opdrachtgever was verstrekt en werd mij gevraagd om de prijs te bepalen voor het bouwen van dat woonhuis. Op basis daarvan heb ik een openbegroting opgesteld. Op 19 november is er opnieuw een gesprek geweest met de potentiële opdrachtgever bij ons op kantoor en ook toen was ik er niet bij. Naar aanleiding van dat gesprek heb ik mijn berekeningen aangepast hetgeen resulteerde in de begroting van 19 december 2008. In die begroting waren stukken verwerkt die ons waren toegezonden op 15 december en die bestonden uit schetsen en een uitgebreide lijst van uitgangspunten. De woning kwam overeen met de woning van de eerste bespreking maar dan met minder kubieke meters. De schetsen van 15 december 2008 waren volgens mij door de opdrachtgever zelf gemaakt aan de hand van eerder gemaakte tekeningen van de architect. Die schetsen hielden aanzichten en plattegronden in.
Op 16 januari 2009 is er een bespreking bij ons op kantoor geweest in aanwezigheid van de heren [appellante] , [D] , [geïntimeerde] en ikzelf. Op die bespreking is de recap uitgebreid aan de orde geweest ( productie 8 bij memorie van antwoord). [geïntimeerde] had weer nieuwe tekeningen bij zich, maar hij zei dat die vanzelf aan de orde zouden komen als wij de recap zouden bespreken en dat is ook zo gebeurd. Wij hadden de leiding in het gesprek in die zin dat het gesprek aan de hand van de door ons gemaakte recap werd gevoerd waarbij wij telkens per post een toelichting daarop gaven. Inderdaad kwamen de wensen die [geïntimeerde] had daarbij aan de orde. Voor een deel waren dat wensen die wij al verwerkt hadden en voor het overige waren het geen schokkende dingen. Tijdens dit gesprek hebben wij ook de begroting van 19 december 2008 uitgebreid doorgesproken. Wij hebben die begroting op tafel gehad en telkens als een bepaald onderwerp ter sprake kwam zoals bijvoorbeeld de trap, dan keken wij als dat nodig was in de begroting om te zien waarover wij praatten. Aan het eind van het gesprek heeft [geïntimeerde] de meegebrachte stukken achtergelaten. De bedoeling was dat ik zou doorrekenen wat het zou kosten op basis van die tekeningen. Na dit gesprek ontving ik op zondag een mailtje met gewijzigde uitgangspunten, waarin als nieuwe bezuiniging een wijziging van de plinten werd voorgesteld en op dinsdag nog een mailtje over een trap die gewijzigd kon worden. Die wijziging aan de trap was ook al in het gesprek van 16 januari 2009 besproken geweest, maar toen had [geïntimeerde] gezegd dat hij er niet mee akkoord ging en nu mailde hij dus dat hij er toch mee akkoord ging. De tekeningen die [geïntimeerde] op 16 januari 2009 achterliet waren duidelijk anders dan de tekeningen waar vanuit was gegaan in de begroting van 19 december 2008, maar die wijzigingen zijn tijdens de bespreking van 16 januari 2009 wel aan de orde geweest. Na 16 januari 2009 had onze directie contact met diverse partijen waaronder de opdrachtgever over het budget dat [geïntimeerde] beschikbaar had en de prijs die [appellante] zou accepteren. Uiteindelijk is dit alles door mij verwerkt in de begroting die bij brief van 4 februari 2009 is opgestuurd. Hierin zijn ook de stukken verwerkt die per mail van 3 februari 2009 nog waren toegezonden.
Productie 10 bij memorie van grieven heb ik opgesteld. De bedoeling daarvan is om per post inzichtelijk te maken hoe die in de eerste begroting was verwerkt en hoe die later is verwerkt. Vanaf het begin hebben we steeds dezelfde indeling van de openbegroting gehanteerd.
Aan het eind van het gesprek van 16 januari 2009 was het voor mij helemaal duidelijk hoe het huis eruit zou komen te zien. En dat week op enige punten af van de recap die wij hadden gepresenteerd maar welke afwijkingen dat waren was bij dat gesprek dus duidelijk geworden. Naar mijn indruk was het aan het eind van het gesprek van 16 januari 2009 ook voor de opdrachtgever helemaal duidelijk hoe het huis eruit zou komen te zien. Ook de eerdere versies van de begroting waren telkens uitgebreid met [geïntimeerde] besproken geweest dus ook in die stadia moet het volstrekt duidelijk voor hem geweest zijn hoe het huis eruit zou komen te zien. Het was trouwens gedurende alle besprekingen en mailwisselingen over en weer duidelijk wat de ene partij aan de andere voorstelde.
(...)
Op vragen van mr. Nijkamp antwoord ik als volgt:
Ik heb verklaard dat de eerste melding die ik van de directie over dit project kreeg uitging van een woning van 750m3. U vraagt mij waarom de eerste begroting van 19 december 2008 uitgaat van veel meer kubieke meters. Dat komt omdat ik die begroting heb gebaseerd op een architecten tekening van 6 november 2008 en een wensen lijst van 3 november 2008 waarin die grotere hoeveelheid kubieke meters stond. Op uw vraag of het mogelijk is om een recap te bespreken zonder onderliggen begroting antwoord ik ontkennend. De recap is geen apart document. Het begin bedrag van de recap sluit aan op de begroting exclusief btw, opslagen en bouwplaatskosten en het vervolg van de recap bevat alternatieve mogelijkheden die tot besparingen en dus tot minkosten leiden. Aan het eind van de recap worden de btw, de opslagen en de bouwplaatskosten weer opgeteld. U vraagt mij naar het mailtje waarin de opdrachtgever een bezuiniging voorstelt op de plinten. Dat bezuinigingsvoorstel was op de bespreking van 16 januari 2009 niet aan de orde geweest. Dat blijkt ook uit de mail want daar is sprake van een nieuwe bezuiniging. U vraagt mij of na de begroting die bij de brief van 4 februari 2009 is gevoegd er nog werkzaamheden van de architect nodig waren. Het was altijd mogelijk dat er kleine aanpassingen waren naar aanleiding van tekeningen van een architect maar dat ging dan niet om iets wat invloed had op de prijs van €508.000,-, die prijs was vast. Dat bedrag was gebaseerd op de begroting die op 4 februari 2009 is toegezonden en op de uitgangspunten die besproken waren. U vraagt mij naar de posten die bij memorie van antwoord onder 45 staan genoemd. De eerste post van €6.500,- is geen stelpost maar is wel door ons verwerkt. De andere posten zijn wel stelposten en zijn ook door ons verwerkt. Dat is terug te vinden in productie 10 bij memorie van grieven en anders in de openbegroting zelf. De laatste twee posten voor de keukeninrichting en het sanitair zijn door de opdrachtgever gedicteerd. Wij hebben deze posten aangepast overeenkomstig de wens van de opdrachtgever.
Op vragen van mr. Bouwman antwoord ik als volgt:
De begroting van 19 december 2008 is naar mijn weten niet vooraf aan de bespreking van 16 januari 2009 aan [geïntimeerde] verstrekt. Ik heb dat niet gedaan en volgens mij iemand anders ook niet.
Er is ook een begroting van 19 november 2008. Ik hoor mr. Nijkamp zeggen dat die begroting niet in het geding is gebracht maar hij biedt aan dat alsnog te doen. De heer [D] heeft de begroting van 19 november 2008 op 19 november 2008 besproken met [geïntimeerde] en ook afgegeven aan [geïntimeerde] . Ik was daarbij niet aanwezig. Ik heb dat dus van horen zeggen.
Tijdens de bespreking van 16 januari 2009 waren er drie exemplaren aanwezig van de begroting van 19 december 2008. Eén daarvan werd bij de besprekingen daadwerkelijk gebruikt. Het was de bedoeling dat [geïntimeerde] een exemplaar na afloop van de bespreking zou meekrijgen of meenemen, maar of dat ook is gebeurd weet ik niet.
De begroting van 19 december 2008 is tijdens de bespreking van 16 januari 2009 niet regel voor regel doorgenomen maar die begroting is wel besproken en wel aan de hand van de recap. De recap was wat mij betreft reëel. Er stonden alternatieven op die [geïntimeerde] al dan niet kon aanvaarden. Ik kon met die recap goed uit de voeten. De tekeningen die [geïntimeerde] had meegenomen zijn in vogelvlucht doorgenomen. Ik zag bijvoorbeeld in één oogopslag dat er geen trap naar de kelder was en dat heb ik ook gezegd. Ik heb gesproken over een tekening van de architect van 6 november 2008. Ik weet dat die tekening door een architect is gemaakt omdat in de rechteronderhoek de naam van de architect erop staat. De tekeningen die [geïntimeerde] bij zich had bij de bespreking van 16 januari 2009 had hij volgens mij zelf gemaakt. Tijdens de bespreking van 16 januari 2009 is de heer [appellante] niet de hele tijd aanwezig geweest. Hij was er wel aan het begin van de bespreking maar niet aan het eind.
Op een aanvullende vraag van mr. Nijkamp antwoord ik als volgt. Enige dagen voor 19 november 2008 heb ik een begroting besproken met [D] . Naar aanleiding daarvan heb ik een begroting van 19 november 2008 gemaakt. Ik heb van [D] begrepen dat hij die begroting op 19 november 2008 met [geïntimeerde] heeft besproken en aan [geïntimeerde] heeft meegegeven.
Op een aanvullende vraag van mr. Bouwman verklaar ik dat ik productie 10 bij memorie van grieven heb opgesteld ten behoeve van deze procedure en dat deze productie dus niet met [geïntimeerde] besproken is geweest."