ECLI:NL:GHAMS:2015:3927
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake leaseovereenkomsten tussen appellant en Dexia Nederland B.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de kantonrechter op 21 augustus 2014 een uitspraak deed over leaseovereenkomsten tussen [appellant] en Dexia Nederland B.V. [appellant] heeft op 18 november 2014 hoger beroep ingesteld. In de procedure heeft [appellant] geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en dat Dexia zal worden veroordeeld tot terugbetaling van de door hem betaalde bedragen onder de leaseovereenkomsten, met rente en kosten. Dexia heeft verzocht om bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die niet in geschil zijn. Het hof heeft deze feiten als vaststaand aangenomen. De procedure betreft leaseovereenkomsten waarvan de echtgenote van [appellant] de nietigheid heeft ingeroepen. Dexia beroept zich op verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging. Het hof heeft vastgesteld dat de leaseovereenkomsten moeten worden aangemerkt als huurkoop en dat de echtgenote van [appellant] het recht had om deze overeenkomsten te vernietigen, omdat zij geen schriftelijke toestemming had gegeven.
Het hof heeft de inconsistenties in de verklaringen van de echtelieden beoordeeld en geconcludeerd dat de echtgenote van [appellant] eerder dan drie jaar voor de vernietigingsbrief op de hoogte was van de leaseovereenkomsten. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en de zaak aangehouden in afwachting van een arrest van de Hoge Raad over de stuitende werking van de collectieve procedure van de stichting Eegalease en Dexia. De beslissing van het hof is aangehouden tot 19 april 2016.