ECLI:NL:GHAMS:2015:3843
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomst door echtgenote op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een leaseovereenkomst door de echtgenote van de appellant. De appellant had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de vorderingen van de appellant waren afgewezen. De echtgenote had bij brief van 20 juli 2007 de nietigheid van de leaseovereenkomst ingeroepen, maar Dexia beroept zich op verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging. Het hof heeft vastgesteld dat de leaseovereenkomst moet worden aangemerkt als een overeenkomst van koop op afbetaling, en dat de echtgenote het recht had om deze overeenkomst te vernietigen omdat zij geen schriftelijke toestemming had gegeven voor het aangaan ervan. Het hof heeft het bewijsvermoeden dat de echtgenote eerder op de hoogte was van de leaseovereenkomst ontzenuwd, op basis van getuigenverklaringen die consistent waren en de stellingen van de appellant ondersteunden. Het hof heeft geoordeeld dat de grieven van de appellant slagen, het vonnis van de kantonrechter heeft vernietigd en de vorderingen van de appellant heeft toegewezen. Dexia is veroordeeld tot terugbetaling van de door de appellant betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente, en is in de proceskosten veroordeeld.