ECLI:NL:GHAMS:2015:3703
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.A.G. van der Ouderaa
- J. den Boer
- J.A. van Horzen
- Rechtspraak.nl
Activatie van goodwill bij uitkoop van een vennoot in een maatschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de activatie van goodwill bij de uitkoop van een vennoot uit een maatschap. De belanghebbende, [X] B.V., was betrokken bij een maatschap die een accountants- en belastingadvieskantoor dreef. De zaak ontstond na een geschil over een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2007, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst een aanslag oplegde en de belanghebbende bezwaar maakte. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna het Gerechtshof Den Haag het hoger beroep gegrond verklaarde. De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam.
De kern van het geschil was of de belanghebbende de betaalde goodwill bij de uitkoop van de uittredende vennoot tot het bedrag van haar aandeel moest activeren, of dat dit bedrag geheel in het onderhavige jaar in aftrek van de winst mocht worden gebracht. Het Hof oordeelde dat de betaling voor de uitkoop van de vennoot niet ineens ten laste van de winst kon worden gebracht, omdat deze betaling een wijziging in de bestaande winstverdeling betrof. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de uitkoop noodzakelijk was om de onderneming te vrijwaren tegen verliezen die bij handhaving van de uittredende vennoot zouden zijn gevreesd.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de belanghebbende de goodwill moest activeren. De beslissing werd genomen door een meervoudige belastingkamer, en de uitspraak is openbaar uitgesproken. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.